dinsdag 21 juni 2016

Ironman 70.3 Luxemburg - the rollercoaster race


't Moet zowat rond de middag geweest zijn vorige zaterdag. Ik lag op mijn tijdritfiets daar ergens in de heuvels van het Luxemburgse Moesel-gebied, en ik dacht bij mezelf: "oeps, ik denk dat het mijn dagje niet wordt vandaag".

Wat voorafging
  • De laatste week voor de halve Ironman van Luxemburg was ik zeer vermoeid. Het jaar was te zwaar geweest, trainen deed ik de laatste 5 dagen dan ook nauwelijks nog. Ik had het gevoel dat enkel rusten me eventueel nog zou kunnen helpen aan de piek-dag die ik nodig had.
  • Ondertussen stond in Remich de Moezelrivier op overstromen, was de stroming zeer hevig, en lag de rivier blijkbaar vol met allerlei bomen, takken en ander min of meer natuurlijk afval. De organisatie kon de zwemveiligheid niet garanderen, en de 1,9 km zwemmen werd dan maar vervangen door 5,8 km lopen.
  • Ik stond om 10u15 dus met mijn loopschoenen klaar voor de start van een Ironman duatlon en niet een Ironman triatlon.
  • Die eerste loopronde haspelde ik af aan een goede 15,1 km/u, en ik haal mijn fiets uit een nog verrassend volle wisselzone. (aha, zo ziet een wisselzone eruit als bijna alle fietsen er nog instaan)
  • Ik spring op mijn fiets en rij de eerste 20 km langs de Moesel aan een verschroeiende 42,7 km/u. Aan het keerpunt zit ik in een groep van ongeveer 20 atleten die mooi volgens de regels van de sport 10 meter afstand tussenlaten. De meeste van die gasten lijken echter niet te voelen dat de wind nu tegen zit, en die blijven gewoon aan meer dan 40 km/u vlammen. Er ontstaat een breuk in het groepje net als ik achteraan zit, ik probeer nog terug aan te sluiten maar moet vaststellen dat het te snel gaat. Ik zal de volgende 14 km langs de Moesel alleen beuken aan quasi 38 km/u. Niet sterk genoeg voor dat groepje, te sterk voor de afvallers blijkbaar.
  • En dan moeten we dus nog de heuvels in. Eens je de Moesel vallei verlaat is er geen vlak weggetje meer te bekennen. 820 hoogtemeters zullen we maken in de volgende 35 km, normaal gezien mijn meug.

Maar waar waren we alweer gebleven?

Het is dus ongeveer middag, en denk ik dat het mijn dagje niet is.

Wat ik heel goed inschat, is dat mijn benen al een paar keer tegengesputterd hebben. Ze sturen af en toe een berichtje naar mijn hoofd: "wat ben jij eigenlijk van plan, man?"
Wat ik verkeerd inschat, is dat ik redelijk vooraan in de wedstrijd zit, en dat het er daar hard aan toe gaat. Logisch dus dat ik af en toe eens een atleet moet laten wegrijden.

Ik krijg ook een lesje circulair redeneren: wat ik al wist is dat je alleen vooraan rijdt, als je rap rijdt. Maar wat ik nog niet wist was dat 'als je vooraan rijdt, je ook rap rijdt', want je wil niet afgeven.

Ik begin dan ook te merken dat ikzelf af en toe atleten er los af rijdt. Die rit door de heuvels wordt een echte roller coaster. Mijn hoofd en mijn benen staan op springen van de spanning. In de afdalingen moet ik soms inhouden om - al was het maar eventjes - te recupereren, of moet ik alle zeilen bijzetten om geen te grote gaten te laten.
Op de hellingen en stukken vals plat, schuif ik op kracht meestal uit op mijn opponenten. Als ik naar de rugnummers kijk van mijn directe opponenten, zie ik vooral veel jonge gasten (waaronder één die consequent het volledige parcours in het wiel rijdt - een notoire drafter dus, awoert).

Pas als we terug in de vallei beland zijn, en nog 10 kilometer voor de kiezen hebben, check ik even mijn Garmin en merk dat ik aan een gemiddelde zit van 36,1 km/u. Slik, 80 km met meer dan 800 hoogtemeters, aan zo'n gemiddelde: dan blijven er nog 2 opties open:
1. ik ga straks op de halve marathon een klop van jewelste krijgen;
2. ik heb toch een topdag

Ik beslis de laatste 10 km goed door te rijden, maar een heel klein beetje reserve in te bouwen, soit aan 38 km/u terug richting Remich. Als ik daar de gezichten van mijn 2 trouwe supporters zie, dan besef ik pas echt dat ik hier wel verbazingwekkend goed gereden heb.

In 2u26 heb ik de 90 km gereden, zoiets van 36,5 km/u. Als ik tijd zou hebben, dan zou ik op dat moment iemand vragen om eens in mijn arm te knijpen.
Maar die tijd verlies ik blijkbaar liever met wat gesukkel met het uitdoen van mijn zeikenatte kousen (jawel hoor, Luxemburg wou toch een klein beetje op Mallorca lijken) en het proberen aandoen van verse droge kousjes: gevolg een wissel van meer dan 4 minuten: prutser!!

De halve marathon

En dan zijn we weg voor de halve marathon. Het plan is om zo lang mogelijk 4m20 per kilometer te lopen. Maar alvorens ik me daar op concentreer moet ik even bekomen van iets. Ik loop op een nog weinig bevolkt loopparcours, en het begint nu pas ten volle te dagen : ik loop verdomme écht vooraan in de wedstrijd. Mijn supporters doen niks anders dan me op het hart drukken me aan het plan te houden, om te doseren. Dat doe ik zo goed mogelijk, en het lukt goed. Hier zijn mijn eerste 12 kilometers: 4:08; 4:12; 4:13; 4:09; 4:09; 4:13; 4:15; 4:10; 4:15; 4:17; 4:18. Perfect!
Maar in kilometer 13 begint diene met zijne hamer lichte tikjes uit te delen. Het wordt lastig - ik probeer me zo strak mogelijk aan mijn tempo te houden.  En ik moet toegeven het feit dat een aardig gebouwde Duitse vrouw uit de leeftijdscategorie 25-30 net voor mij uitloopt, en blijkbaar hetzelfde tempo op 't oog heeft, helpt wel : ). Nog 4 kilometer kan ik goed standhouden (en heb ik een mooi uitzicht): 4:24; 4:25; 4:26; 4:28.

De man met de hamer is niet tevreden met de aangerichte schade en haalt een zwaarder formaat uit zijn rugzakje: vanaf dan doet werkelijk alles pijn (mijn hoofd, mijn ingewanden, mijn benen, mijn rug, mijn knieën, mijn handen, .... ja zeg alles gewoon hé), maar ik weiger resoluut om stil te vallen, en ga zo snel ik nog kan: 4:37; 4:53; 4:49; 4:48 en nog eens 4:48 worden de tempo's van mijn laatste kilometers. Met excuses voor de atleten die hebben moeten luisteren naar mijn gekreun in de laatste 2 kilometer: maar dit was echt ver over de denkbeeldige pijngrens.

Maar wat ben ik trots als ik over de finishlijn kom. Stikkapot maar ape-ape-trots. Dit was dus echt een topdag: eerste 5,8 km aan tempo 3:58 (15,1 km:u); dan 90 km fietsen aan 36,5 km/u en dan een halve marathon in 1u32 aan tempo 4:23 (13,8 km/u). Ja jongens, daar had ik op voorhand niet van durven dromen. 4u29m53s is mijn eindtijd, en daarmee eindig ik in mijn categorie 13e (om te vergelijken: in Mallorca 70e). Ik zal de rest van de dag op een wolk lopen. En 3 uur na de finish als ik naast mijn fiets sta die ik ophaal uit de wisselzone rollen plots een paar tranen over mijn wangen. Een man van 47 die even met zijn emoties geen weg kan, wat is dit een fantastische sport zeg.

Dromen

En toch zal er nog één vloek weerklinken als ik op hotel even check hoe het zat in mijn leeftijdscategorie. Kijk maar eens mee (en denk er eens aan dat ik in die 2e wisselzone 2 stomme minuten verloren ben)




21 seconden van de top tien, en met een normale 2e wissel ben ik verdomme 7e. En - soms moet een mens onmiddellijk durven dromen - 4 minuten sneller en ik sta op het podium verdomme. 4 minuten sneller ging echt niet hoor, dat niet. Maar om al een tip van de sluier op te lichten: met dit resultaat kan ik niet anders dan de volgende jaren eens echt inzetten op duatlon: er zijn zich nieuwe dromen aan het vormen, en ze worden gemaakt met de woorden 'podium' 'kampioenschap' 'als ik 50 word'....

Maar eerst een paar woorden van welgemeende dank: voor mijn vrouw Iris die in dit moeilijke jaar toch weer bleef verdragen dat ik 'gaan trainen was', voor sportarts Andreas, podoloog Thomas en vooral ook mijn kinesist/osteopaat Davy zonder wie er dit jaar zelfs geen sprake was van een seizoen.
Maar mijn vader en mijn nonkel Roland, die in Luxemburg terug van de partij waren, hoe die meeleven voor, tijdens en na zo'n wedstrijd, da's echt ongelooflijk. Ook dat heeft er voor mij een onvergetelijk weekend van gemaakt.

En nu rusten, de volgende piek is voorzien in de Gentse Feesten. ; )



maandag 13 juni 2016

week 37: het laatste puntje op de i

Waar ik vorige week wat extra aandacht kon besteden aan het fietsen, heb ik deze laatste voorbereidingsweek ingezet op het lopen.


Dinsdag: 10 km aan tempo 4:19 + 's avonds 8 aan tempo 4:41
Vrijdag: 20 km aan tempo 4:27
Zondag: een koppelloopje van 6 km aan tempo 4:02

Ook het zwemmen donderdag rond Nieuwdonk ging zeer vlot. Met wetsuit ben ik altijd een stuk sterker. Maar of ik zaterdag mijn wetsuit zal nodig hebben, is nog onzeker. 't Schijnt dat de Moezel uit zijn oevers getreden is, en dat de stroming heel straf is. Zaterdag heb ze in Namen ook het zwemmen moeten schrappen uit een triatlon omdat de stroming in de Maas te straf was. Ze voorspellen ook nog redelijk wat regen deze week in Luxemburg, dus het wordt afwachten of ze de formule moeten wijzigen naar een duatlon.

Voila, de trainingen zitten erop. Mijn lijf is doodop. Nu 5 dagen recupereren om nog één keer dit seizoen alles uit de kast te halen. See you in Luxemburg!


zondag 5 juni 2016

week 36: klimmen


Ik vertelde vorige week al over de vermoeidheid. Maar het zoeken van voldoende kwaliteitsvolle kilometers in net iets te weinig trainingsuren, zorgt er ook voor dat mijn spieren regelmatig eens in een staat van verzuring leven. Donderdag nam mijn kine mijn quadriceps oner handen, en dat heb ik geweten. Zeer pijnlijke affaire. IK kan jullie verzekeren: sportmassages zijn geen lachertje.



Begin vorige week had ik echt nog last van vermoeidheid en de eerste 2 dagen kwam ik in totaal dan ook slechts tot 1 trainingsuur. vanaf woensdag voelde ik me terug trainbaar, met een mooie 18 km aan 13,6 km/u.
In het weekend was er dan een fietsweekend in Doornik met een paar vrienden voorzien. Vooral op zaterdag kon ik me uitleven op de Grinta cHallenge in de heuvels van Henegouwen. Met 1400 hoogtemeters een zware rit. Maar ik vond mijn klimmersbenen helemaal terug die dag. En door daarna telkens te wachten op maten die de heuvels iets trager namen, werd het een ideale klim- en intervaltraining met een combinatie van hoge en lage hartslagen.

In de rit zondag terug naar huis kon ik diezelfde benen nog eens testen op de Hotond en op Ladeuze. Ik had ze nog steeds allebei mee.

Zo tankte ik alweer wat zelfvertrouwen voor Luxemburg. Nog 6 trainngsdagen en vanaf zondag begin ik te taperen voor LUxemburg, in de hoop er daar eens een stevige lap op te kunnen geven.