zondag 28 januari 2018

Road to Roth week 17: no free lunch

Ik gebruik de oude zegswijze 'there ain't no such thing as a free lunch' hier een beetje naar eigen goeddunken. Eigenlijk gaat dat gezegde over wat we in de economische wetenschap de oppportuniteitskosten noemen, of ook wel 'kiezen is verliezen', of ook wel de goeie ouwe Johan Cruyff-spreuk 'elk voordeel heb z'n nadeel'.
Ik gebruik ze hier dus om te zeggen dat wie in de zomer een goeie full distance triatlon wil afwerken, zich niet kan permitteren om in de winter de kantjes er af te lopen. Dus wie onder het zonnetje wil schitteren, moet in de kou willen afzien.

"Ja jongens, 't zal gaan zeker, Scheire, met uwen uitleg. Toon die trainingen maar eens", zullen jullie beginnen denken. Awel, hier zijn ze.















Best trots op deze trainingsweek, moet ik zeggen. 14 trainingen goed voor 14 uur. Eén zwemtraining laten schieten op zondag, da's het enige minpuntje.

Maar zoals Nick Cave zingt in het schitterende Jubilee Street (yep 't is er eentje met veel citaten deze week): "You oughtta practice what you preach." Vorige week gaf ik nog een pleidooi voor veel fietstrainingen, wel deze week heb ik vijf dagen op de fiets gezeten. Vooral de sweet spot training van dinsdag en de lange rit van zaterdag waren pittig. Die van dinsdag  met 3 * 15 min net onder de overslagzone. En die van zaterdag was niet alleen lang. Er zat ook van alles in: rustig pedaleren (Z1), gewoon extensief rondrijden (Z2), gecontroleerd goed doorrijden (Z3) en een pittige intensieve blok beukend tegen een hevige zuidwester langs het kanaal zonder enige beschutting (Z4).
Dan zie je na de training dit soort profiel uit je computer rollen

Eentje om in te kaderen, zou ik zo zeggen.

In het zwemmen voel ik een doorbraak komen. De technische oefeningen die nu gericht zijn op de insteek en het gecontroleerd aanvallen van het water, beginnen hun vruchten af te werpen. Mijn stijl verandert zienderogen, en ik krijg hierdoor plots makkelijker de vorige technische zaken ingewerkt in mijn zwemslag: zijdelingse vormspanning, voorste arm in steun houden, ademen in het golfdal, kicken uit de heupen, .... Volgende week ga ik hier verder op inzetten, want er is een recupweekje op komst, en dan zou ik toch minstens 3 keer in het zwembad moeten liggen.

Een recupweekje, zeg ik, maar 't gaat eigenlijk om 5 dagen. Volume en intensiteit uit de trainingen halen, en vooral de benen laten rusten. Het was deze week vooral een fietsweek met 255 kilometers, maar ook de drie looptrainingen van deze week hebben me wel vermoeid omdat ze lichtjes intensiever waren: de eerste keer dit seizoen heuvelsprints op maandag, en dan 2 duurtrainingen boven de 13 km/u op donderdag en zondag.
Langs Vlaamse wegen zal je me dus de volgende 5 dagen niet veel tegenkomen, in het zwembad daarentegen .....
Ciao ....





maandag 22 januari 2018

Road to Roth week 16: better safe than sorry

De weergoden zijn wispelturig de laatste tijd. Lang geleden dat ik zoveel op kmi.be vertoefd heb. Je probeert in je schema met veel rekening te houden, onder andere de weersvoorspellingen. Zeker in deze periode is dat laatste niet onbelangrijk, zeker voor het fietsen. Zo had ik zaterdag een lange fietsrit gepland van 100 km. Dat zou ook direct de mooiste dag van het weekend worden.
Maar ze zijn wispelturig dus, die weergoden. Had ik die rit effectief gedaan, dat was ik als een verzopen kieken thuisgekomen. Maar dat heb ik dus niet gedaan: uren in de regen fietsen, dat is te gevaarlijk om ziek te worden op dit moment. Maar het is wel vervelend, dat ik deze week die lange rit gemist heb. Gelukkig had ik vorige week zondag een rit van 3 uurkes op de teller staan.

Maar laten we het niet aan ons hart laten komen: het was een goede trainingsweek alweer













Zoals jullie zien probeer ik veel op de fiets te zitten. Dat is volgens mij essentieel in een Ironman voorbereiding. De discipline die het meest bepalend is voor je finish-tijd is lopen, en daarom moet je veel fietsen. Logisch toch? 😲 Even uitleggen? In de afsluitende marathon vallen er slachtoffers met bosjes: mensen die volledig stilvallen, mensen die moeten stappen, strompelen, neerzitten, .... Eén klop van dat formaat in het lopen, kost je al snel een half uur extra tijd. Het is dus zaak om in het lopen de dipjes snel te overleven, om altijd te kunnen blijven lopen (ook tijdens de dipjes), en om na elk dipje opnieuw een respectabel looptempo te kunnen ontwikkelen.

Tussendoor: grappig dat ik ze dipjes noem, want het zijn meestal heel zware donkere momenten waarin alles aan je lijf pijn doet, en 'stop' roept. En waar het zaak is om je 'mind' op 'no way dat we stoppen' te zetten, én ervoor te zorgen dat je 'mind' de baas blijft.

Soit, ik wijk af. Het lopen is het belangrijkste, probeerde ik dus net duidelijk te maken. Waarom dan zoveel fietsen? Omdat één van dé clous voor een goed persoonlijke finishtijd is, om pakweg 35 km/u te fietsen gedurende 180 km. Maar, als je dan aan het lopen start, moet je toch nog het gevoel hebben nog vrij frisse benen te hebben. Die benen heb je immers nodig om nog bovengenoemde loopperformance te kunnen waarmaken.
Kortom, en nu zijn we er: wil je goed lopen, dan moet je na 180 km fietsen een fris gevoel hebben.

Er is dan ook geen ontkomen aan: wie traint voor een Ironman moet dus maanden aan een stuk veel op de fiets zitten. Vier keer per week, soms vijf keer per week. En daar zijn we dus mee bezig.

Ondertussen moet natuurlijk ook de loopconditie picco bello zijn. Daar ben ik  op dit moment wel tevreden over: maandag liep ik 15 km met daarin 3 keer een kilometer aan sneller tempo. Niet sprinten, maar op tempo: ik had zowat 4:15 - 4:25 ingeschat als tempo's. Dat lukte nog niet goed, ik liep ze alle 3 te snel (4:08; 4:05; 4:14). Maar, de hartslagen bleven mooi onder controle in de INT zone (en zo voelde dat ook aan). Zondagochtend voorzag ik een nuchtere loop met een paar interval-sprintjes, maar het lag op mijn loopparcours spekglad. Kracht zetten om een interval te placeren was te gevaarlijk. Ik had op normaal tempo al een paar keer bijna een plets gezet in het bochtenwerk. Het werd dus een eenvoudige duurloop.

In het weekend dus 2 keer veilige beslissingen moeten nemen:
  • geen lange rit buiten in de regen, maar een rit binnen op de rollen
  • geen intervals op de ijslaag, maar een gelijkmatige duurloop

Ook dat hoort er bij, zeker?
Die lange rit en die intervals die gaan we de volgende week zeker inbouwen in het schema. Al lijken de weergoden me weer uit te dagen om me van mijn meest flexibele kant te tonen. Komt wel goed.


zondag 14 januari 2018

Road to Roth week 15: pluim voor de zwemcoach


Man van de week: mijn zwemcoach Frederic.
Ik stuur hem regelmatig mijn bevindingen na mijn zwemtrainingen, zodat hij goed weet wat mij bezig houdt. Hij leest die ook grondig, en weet wat er gaande is, wat mij bezig houdt in het water. Nu hadden we zaterdag eindelijk opnieuw eens een zwemles (in de kerstvakantie konden we onze agenda's niet afgestemd krijgen). Wel hij had de dag ervoor weer de filmpjes zitten bekijken die hij tijdens elke zwemles maakt. En vooral die van onder water. Nu we 2 maanden aan de basics gewerkt hebben: ligging, vormspanning, rollen, hoofdhouding, ademtechniek, komen we bij hét punt waar de grootste winst te boeken is voor mij: alles wat er gebeurt vanaf het moment dat ik mijn arm in het water wil steken. Om een lang verhaal kort te maken: ik val het water niet aan. Nee, ik leg mijn arm op het water. Dat op zich zorgt al voor niet veel voortstuwing. Maar daardoor zit ik al heel laag met mijn arm in het water alvorens ik 'catch', alvorens ik water 'pak' om het achteruit te duwen: te late catch, geen hoge elleboog onder water, nauwelijks stuwing onder water. Dat ik mijn arm te veel neerleg op het water, dat kan je boven water zien met het blote oog. Maar om die te late catch te analyseren, had Frederic dus filmpjes van onder water zitten analyseren. Die gast is dus echt de max hé: een zwemtrainer om U tegen te zeggen.
Gans de zwemles hebben we niks anders gedaan dan zitten oefenen op die insteek. De houding van de elleboog, de houding van mijn hand, de spanning in de schouders, de exacte plaats bepalen waar de hand in het water moet klieven, hoe doorrollen tijdens de insteek, .... Wat een verschil met mijn huidige zwemstijl, dat voel je gewoon onmiddellijk! Doodgelukkig kroop ik (weliswaar met pijnlijke schouderspieren) uit het zwembad. Ja, met pijnlijke schouderspieren, want daar zit hem natuurlijk ook de clou: ik gebruik die te weinig tijdens het zwemmen om dat water te attaqueren.

Maar terug naar mijn trainingsweekje nu. Het was een recupweek. Dat recupereren ging me goed af, kijk maar:






een easy going weekje van maandag tot zaterdag.


Maar, is het recupereren ook gelukt? Ook dat kan ik bevestigen: zondagvoormiddag een rit gedaan met de club door de Zwalmstreek, en ik moet zeggen : ik voelde de benen niet, trapte in de boter (Uhm Michel Wuyts, hoe kan je dat nog zeggen? Michel? Michel?) . Soit, goed kracht kunnen zetten op de stukken vals plat, lekker veel kopwerk gedaan in de hellingzone. En ... het laatste stuk langs de dijk eens alles uit de kast gehaald: van Eke tot Merelbeke een succesvolle ontsnapping met Thomas en Olivier, ook 2 Roth-gangers. 'Aan een rot(h)vaart langs de vaart', zou een flauwe woordspeling zijn, dus die gebruiken we dan maar niet. Beresterk voelde ik me.  't Was diep  in 't rood gaan, maar 'it was fun like hell!'

Zaterdag doodgelukkig door pijnlijke schouderspieren, zondag genieten van hartslag 170: masochistisch? ikke? komaan zeg, waar haal je het? 😙

maandag 8 januari 2018

Road to Roth week 14: collocatie

Week 13 en week 14: kader ze in, Christophe!

Yep, dit zijn de 2 weken waarin ik opnieuw dat gevoel kreeg: we zijn terug triatleet. Even een extract uit het leven van een triatleet? Je staat 's morgens op voor er ook maar iemand van je gezin überhaupt denkt aan opstaan ("7u? in de kerstvakantie? Zoooot!!") , ligt al in het koude water voor een zwemtraining terwijl de meesten de zin van deze dag nog proberen te zoeken in de bodem van hun koffietas. Je komt terug thuis voor een ontbijt waar je al 20 minuten aan denkt op weg naar huis omdat je écht honger hebt, je kruipt achter je bureau om te werken maar in je namiddagpauze vlieg je met je loopschoenen aan terug de deur uit voor een intervaltraining ("ok het is koud, het is ook miezerig, maar hey kon toch slechter"). En als je dan thuiskomt grijp je nog snel naar je dumbbells om een paar nog niet gebruikte spieren kort wat bij te trainen. Je neemt snel een douche, en analyseert op Garmin Connect je trainingen van die dag. Dan besef je plots dat je nog redelijk wat werkachterstand hebt, en die haal je 's avonds helemaal in. Want morgen ..... trainen!
Yeah, that feeling. Je bent eigenlijk krankzinnig, collocatie dringt zich op, maar ..... geen mens die dat merkt, want jij noemt het al jaren je favoriete hobby. 😆

Week 13 beschreef ik vorige week al uitgebreid, hier is week 14 (de maandag is er af gevallen, maar je mist niks - buiten een fikse ochtendwandeling heb ik niks gedaan die dag):




High light deze week is wat mij betreft het fietsen.  Eerst en vooral omdat ik op woensdag en donderdag twee sweet spot trainingen na elkaar vlot verteerde. Vorige week was die ene sweet spot training nog te lastig. Maar ook omdat ik op zaterdag 93 km bolde op mijn eentje, en die afstand geen enkel probleem leek. Uithouding en krachtuithouding, de twee belangrijkste succesfactoren voor het fietsen op de lange afstand.

In het zwemmen blijf ik aan mijn techniek sleutelen. Door zo te focussen op techniek word ik nu - op korte termijn - niet sneller. Zelfs een beetje trager. Maar ik maak er tot eind februari toch mijn belangrijkste focus van - daarna heb ik 4 maanden om vanuit een betere techniek aan uithouding en snelheid te kunnen werken. Een gok? ja. Maar een berekende gok: ik ben in goede handen bij zwemcoach Frederic en ben ervan overtuigd dat hij mij op de rails krijgt met mijn techniek. En dat betekent nu nog veel wroeten en vloeken.

Jammer genoeg breekt er nu een periode van 5 dagen recup aan. Jammer genoeg, zeg ik, omdat ik heel veel goesting heb om door te doen. Maar een ouwe vos moet ge geen streken leren. Ik weet maar al te goed dat ik niet alle dagen achter de konijnen kan blijven jagen. Daar wordt ik alleen maar uitgeput van. Dus een beetje kalmpjes aan nu, en misschien dat ik daarna wel een haas vang. (Wat voor een kronkel is dit nu weer? Kunnen jullie nog volgen? Of denken jullie allemaal in koor: Colloceren die Christophe!)


maandag 1 januari 2018

Road to Roth week 13: vol aan de bak

Eerst een vooral wens ik iedereen die mij via deze weg volgt, een geweldig en sportief 2018 toe. En af en toe ook eens wat leesplezier op deze blog. 😄

Wie het wat volgde hier, weet dat ik in december even in het sukkelstraatje terecht kwam. Eerst een recuperatieweek die iets te veel passieve recuperatie inhield. En toen ik de teugels weer strakker trok, werd ik ziek. Gelukkig heb ik december en dus ook 2017 met een zeer positieve noot kunnen eindigen: een klapper van een trainingsweek die me weer helemaal op de rails zette.






2 zwemtrainingen, 3 core stability sessies, 3 looptrainingen en niet minder dan 5 fietstrainingen. Dat kan tellen! Het was natuurlijk ook een echte vakantieweek voor mij, dat hielp ook wel. Op 2 januari ga ik terug aan de slag en moet ik terug meer puzzelen in mijn weekplanning. Maar ik voelde vooral veel toewijding, goesting en plezier, niet alleen tijdens deze 13 trainingsuren. Want ik ben deze week ook bezig geweest met het uitstippelen van mijn groot trainingsplan voor 2018. De weg naar Roth is grofweg uitgetekend. Het fijnere planningswerk is een werk dat nooit ophoudt. Ondanks het imposante karakter van zo'n plan in aanloop naar een full distance triatlon (man, er zijn nog veel trainingsuren nodig), geeft het ook rust. Je weet: als ik dit uitvoer dan is datgene wat onmogelijk lijkt, voor de 5e keer mogelijk (ps mogelijk is niet hetzelfde als bereikt).

In deze mooie week voelde ik zoals voorspeld natuurlijk ook de naweeën van mijn ziekte. Het beste voorbeeld om dat te schetsen, is de zaterdag. Na de tempoblokken in het lopen was mijn hartslagrecuperatie minder goed dan normaal. En de sweet spot training op de fiets die ik er 's avonds nog aan toevoegde, was lastiger dan ze hoorde te zijn. De benen voelden redelijk kapot aan. Goed dat ik op zondag enkel wat recuperatiewerk voor de boeg had. Zelfs met heel veel rugwind slaagde ik er op zondag niet meer in om veel snelheid te maken op de fiets.

Nu een dagje rust op 1 januari en dan 6 dagen met hopelijk veel leuks erin om volgende week over te kunnen schrijven.