zondag 24 juni 2018

Road to Roth week 38: taper time

We zijn er bijna: 7 days to go. En ik ben aan het taperen, rusten om te pieken.

Ik heb er ervaring mee ondertussen met deze periode. Het is een situatie waarin je niet meer naar bevestiging mag zoeken in je trainingen, je moet het rustig aan doen. En in je hoofd gebeurt er van alles: je hebt momenten van groot zelfvertrouwen, en je hebt momenten waarin je aan alles begint te twijfelen. De eerste keer, perfect 10 jaar geleden naar aanloop van de allereerste in Frankfurt, was dat een rollercoaster van emoties, om zot van te worden.
Nu, 10 jaar later, voel ik dat ik veel rustiger omga met die emoties, ik kan veel meer op een rustige modus terugvallen. Ik kalmeer mezelf tijdens de high's en laat de low's niet toe om mijn gedachten helemaal over te nemen.
Betekent dat dat ik hier met de borst vooruit loop, met een attitude van 'dat varkentje was ik wel eens'? No way! Met groot ontzag kijk ik naar die monsterlijke afstanden: 3,8 km SWIM - 180 km BIKE - 42,2 km RUN. Het blijft gewoon extreem, knettergek, en niet te geloven dat een mens zijn lichaam kan klaarstomen voor zoiets. Hoe goed je jezelf ook voorbereid hebt, je kan alleen starten aan zo'n wedstrijd met een grote bescheidenheid. De Ironman, of in dit geval The Challenge, is meedogenloos. Wie denkt te kunnen spotten met deze afstanden, loopt gegarandeerd tegen de lamp.

Mijn lichaam is voorbereid. Nu is het zaak om ook mijn geest klaar te maken voor wat het te verduren zal krijgen. Zo'n wedstrijd loopt nooit zoals je het verwacht. Er komen onverwachtse hindernissen, dipjes op momenten waarop je ze niet verwacht, ... anything can happen. 'It's a mind game', zei Cameron Wurtele, toen hij deze namiddag derde werd in Ironman Nice, en hij heeft helemaal gelijk. Dus, laat ik me deze week maar voorbereiden op die mindgame.

Dit was vorige week:



Op donderdag begon mijn 10 dagen tapering. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om me nog eens te wegen: 70,7 kg. Dat lijkt me dik 😜 in orde. Mijn curve van de laatste 6 maanden eens zien?




Op maandag zwom ik een degelijke 3717 meter in het Donkmeer. Ik leerde eruit dat mijn toch wel helemaal andere zwemvoorbereiding ook gewerkt heeft. Ik voelde me na deze training niet echt vermoeid. Ik heb nochtans veel minder kilometers gezwommen dan in vorige Ironman-jaren. Maar ik heb het gevoel dat mijn zwemstijl me nu veel minder energie kost. Op lange termijn heb ik dit jaar misschien een basis gelegd om niet alleen energie-efficiënter maar ook sneller te zwemmen. Maar dat is voor volgend jaar. Nu hopen op een wetsuit-wedstrijd, en dan moet ik normaal gezien niet echt sneller, maar wel veel frisser dan vroeger uit het water komen.

Ook in het fietsen leg ik mezelf geen tempo op. Het gaat om een bepaald gevoel op de fiets. Een soort van inspanning, waar ik van vermoed die lang te kunnen uithouden. Ik weet perfect hoe dat gevoel .... uhm .... voelt, maar beschrijven kan ik het niet. De dag zelf zal het uitwijzen, en ik heb mijn hartslagmeter om te zorgen dat ik niet uit de bocht ga. Wat het qua tempo oplevert, dat zien we de dag zelf wel.

Want ..... in het lopen, daar ga ik mijn hartslag niet meer als leidraad nemen. Maanden getraind op een race pace van 4:30. Ik ga dat dus proberen. Is het een risico? Yep,  't is een risico, 't is hard gaan! Maar als er één moment is waarop ik in deze race een risico moet nemen, dan is het wel in het begin van de marathon. Een droomscenario is om de eerste 21 km dat tempo te kunnen aanhouden, maar mijn 'mind' moet klaar zijn om klappen te incasseren als dat niet lukt. Na 1 km lopen zit er een klimmetje (vals plat?) van 2 à 3 km in het parcours (dat is vervelend, net als je je tempo wil te pakken hebben), maar de rest is vlak tot aan km 33.

Voila, jullie zijn alweer een beetje mee.

Wie me volgende week zondag wil volgen, startnummer = 831. Ik start in wave 6 om 7 uur 's morgens. De waves na mij: wave 7 en 8 zijn beide dames-waves: ik zal achtervolgd worden door 450 afgetrainde dames: wie doet beter op mijn leeftijd? 😛


zondag 17 juni 2018

Road to Roth week 37: toch nog

Olala, wat een week. En vooral: toch nog!



Toch nog? Wel, ik had hier al eens laten vallen dat ik ergens iets miste in het fietsen. Iets? Ja, hoe moet je dat uitleggen? Wie dit jaar al met mij fietste, zal wel gemerkt hebben dat ik de laatste jaren echt sterker ben geworden op de fiets. Maar toch, ik miste ... iets. Dat extra'tje, dat gevoel dat je in de laatste 2 maanden van de voorbereiding nog eens door het plafond breekt, dat je je fietsniveau nog net dat kleine tikkeltje opkrikt. En dat ... iets ....dat is er deze week dan weer plots wel van gekomen. Net op tijd, maar anderzijds ook nog een beetje fragiel.

Ik merkte het aan 2 trainingen:

- de vlotheid waarmee ik woensdag tijdens een soort van criterium-training in Destelbergen - Heusden - Melle - Wetteren-ten-Ede aan relatief lage hartslag 10 km tempo's haalde van 33 - 34 - ja zelfs eens 35 km/u. Dat was zalig. Ik voelde het ook aan de benen, die goesting om door te gaan, om druk te zetten op de pedalen, en toch gecontroleerd te blijven. Nooit kwam ik buiten de Roth-hartslagzone, ik bleef er zelfs wat onder. Het had lang geduurd, maar het was een eerste signaal van dat extra procentje vormpeil.
- Vrijdag stond een lange solorit op de planning: de Breskens-rit, die ik klassiek met David deed in aanloop van een Ironman. Nu David een kaasboer is, en op buikhoogte al een mooie kaasbol gekweekt heeft, helemaal alleen te rijden dus. De bedoeling was niks te forceren, rustig pedaleren: distance is all that counts. Maar ook hier terug een goed signaal: hoe langer de rit werd, hoe beter mijn benen voelden, hoe meer dasj er op zat. Dan krijg je de bevestiging dat je de vorige maanden wel hard en juist getraind hebt. Thuisgekomen na 174 km met een gemiddelde hartslag van 110, nice!!!

Was er dan ook een minpuntje? Jawel: de zaterdagtraining in het openluchtzwembad van Wachtebeke. Wat heb ik daar liggen vechten tegen mezelf zeg. Na 2 km was het al duidelijk dat ik mijn dagje niet had. Maar ik moest en zou mijn training van 3,8 km afwerken. Man, ik was een schotelvod als ik naar huis reed.

Maar ook het recuperatievermogen is blijkbaar dik in orde: want de dag erna, op zondag, liep ik een fantastische lange duurloop. Fantastisch omdat ik me relatief makkelijk aan mijn tempo's kon houden, en omdat ik na 30,4 km wel moe was (logisch), maar in tegenstelling tot vorige week niet stikkapot.

Zo zag mijn training er uit:

4 km warming up
8 km race pace 4:30
1 km recup
2 km @ 4:20
1 km recup
7 km race pace 4:30
1 km recup
1 km @ 4:10
1 km recup
4 km race pace 4:30
cooling down

4:32 was het resultaat over deze duurloop, en de hartslagzoneverdeling zegt alles:



Goed gevoel, echt goed gevoel.



En hey, ik ben er bijna. Ik herhaal: ik ben er bijna. Nog drie dagen trainen. Geen lange fietstraining meer, geen 30k duurloop meer (nog een van 17 km, denk ik). Ik ben er echt bijna. Zevenendertig weken ben ik nu al bezig met die ene dag voor te bereiden. En, ik heb er enorm veel goesting in, in Challenge Roth: 3,8 km swim - 180 km BIKE - 42 km RUN.  Dat iemand daar goesting in kan hebben, vraagt een normaal mens zich af. En ik begrijp dat. Maar 't is die wolk waar je op terechtkomt als het lukt, dat is zo hemels, zooooo hemels. Ik heb het al 4 keer meegemaakt, maar het went nooit hoor. De weg naar die wolk, ja die is zeer lang: 37 weken nu al, en helemaal op het einde, de dag zelf moet je - hoe je het ook draait of keert - nog even (en meestal meer dan 1 keer) door de hel. Maar dat alles maakt die wolk nu net nog zoveel mooier.
ik wil dus maar één ding nu: da's op die wolk geraken op 1 juli....

.... en daarna een frisse pint. 😜


zondag 10 juni 2018

Road to Roth week 36: moa jongens toch ....


Ja gasten, hoe zot is dit eigenlijk? Wat een heavy trainingsweek alweer. Moe dat ik geweest ben, deze week. Niet normaal. Maar soit, we hebben het alweer overleefd. Nog 10 trainingsdagen te gaan, en dan afbouwen om zo uitgerust mogelijk naar Roth te kunnen trekken.





Even overlopen?

CORE STABILITY:

ja sorry jongens. Hoezeer ik ook doordrongen ben van het belang ervan (reeds jaren verveel ik er jullie mee op deze blog), het lukt me gewoon niet meer om het er tussen te krijgen. Misschien moet ik volgende week eens proberen mondelinge examens afnemen, terwijl ik planking of lunges aan het doen ben. Dit onder het motto: "zot vindt iedereen me toch al, erger kan het niet worden." 😛

SWIM:

Wat zwemmen betreft ben ik enerzijds ontevreden, anderzijds heel tevreden. Ik slaag er niet in om 3 zwemtrainingen per week te halen de laatste tijd, 2 keer per week lukt altijd. Da's een beetje jammer gezien de vele inspanningen die ik er in stak om mijn zwemstijl te verbeteren. Maar anderzijds, zelfs zo kort bij de wedstrijd blijf ik nog steeds elke training aandacht besteden aan mijn techniek (zelfs met technische drills), en dat moet toch ook wel vruchten afwerpen. De zaterdagtraining van Mr T was een confidence boost. Ik was al een paar maanden niet meer geweest, en dus zag coach Ingrid me na lange tijd nog eens zwemmen, en ze was vol lof over mijn vooruitgang. De verbeterde zwemstijl is blijkbaar goed zichtbaar. Oef!
Maar ondertussen hebben we natuurlijk ook een extreem warme maand mei achter de rug, dus ga ik er maar beter vanuit dat er in Roth geen wetsuits zullen mogen gedragen worden. Dat kost me gegarandeerd 10 minuten. Goed dus dat ik nog niet zoveel met wetsuit gezwommen heb dit jaar. Die no wetsuit mindset lijkt me de beste: als het dan toch mét wetsuit is op 1 juli, geeft dat een extra boost (en tijdswinst).

BIKE:

Het fietsen gaat goed: de hill repeats training op vrijdag met 4 keer den Betsberg en vier keer het klimmeke van Landskouter naar Lemberge deed me met plezier terugkijken op de vorige 3 jaren waarin ik trainde voor de halve afstand en dit soort trainingen veel deed. En alles op 't groot blad natuurlijk. 😎
Maar, ik wil hier ook heeeeeel eerlijk zijn: hoe graag ik deze sport ook doe, ik ben op dit moment die lange fietstrainingen echt beu. Ik was een beetje beschaamd in mezelf hoe ik woensdag tijdens die 140 km training heb zitten foeteren en vloeken. Het ging me echt langs geen kanten af, ik verveelde me te pletter en was tegelijkertijd enorm aan het afzien. Ik heb ondertussen elke kanaal in de wijde omstreken zo'n twintig keer afgereden de laatste maanden, denk ik. Ik ken elk konijn dat deze lente geboren is langs diezelfde kanalen, en heb een paar daarvan al een paar keer rakelings niet in frieten gereden.
Maar dus het is goed geweest. Volgende week nog één echt lange training, en dan in Roth nog eens 180 km. Na die 2 keren ga je me een tijdje niet boven de 100 km zien rijden, peins ik. Velojunkie of niet, ik heb nood aan een beetje afkicken.

RUN:

Ja, wat moet ik zeggen, dit is een loopvormpeil waar je enkel van kan dromen. Ik moet zelfs echt beginnen opletten: als ik gewoon mijn benen hun natuurlijk lange afstands tempo laat draaien, kom ik gemakkelijk op 4:20 - 4:25 uit, net iets te snel.
Vandaag zondag liep ik een 30 km waarin ik 10 km, 8 km en 5 km aan race pace 4:30 moest lopen, de rest recup. Ik kwam thuis en had een gemiddelde van 4:27. 😬 Te rap dus, en ik heb het gevoeld, de laatste in de voorlaatste kilometer, oh my god, dat was een pijnlijke. Het was bovendien de 4e van mijn 6 looptrainingen deze week waarin dit te snelle tempo zich voordeed. Volgende week wil ik de tempo-discipline wat strakker houden.
Voor Roth is het eigenlijk heel simpel: het is in het lopen dat ik een risico ga pakken, nl. de marathon starten aan 4:30. Als ik dat in de eerste 21 km zou kunnen uithouden, dan ben ik super content, écht super content. En dan is het zaak om niet al té hard stil te vallen. Ik laat in Roth de dag op me afkomen, maar in het lopen iets minder: ik moet toegeven ik wil graag eens onder de 3u30 lopen. Dus vandaar: een klein risico'tje nemen.
"MAAR, beste Christophe, het hartslagverschil tussen 4:30 en 4:20 is heeeel groot. Het risico dat je gaat nemen, is 4:30 lopen, niet 4:20!!!!!  Alstublieft, prent dit goed in je hoofd!!!!!!" Als ik 4:20-4:25 loop, dan zal ik tegenkomen, wat ik in Frankfurt 2014 tegenkwam: het verval zette zich veel te snel in (reeds na 13-14 km) en ik strandde op 3u35m, na een moordend zware kalvarie.

Ondertussen gebeuren er vooral tijdens het lopen geweldig mooie dingen in mijn hoofd. Ik heb die marathon in Roth in mijn hoofd zeker al dertig keer gelopen. Zalig! Supporters groeten, publiek wat oppeppen, na 32 km nog steeds 4:30 aan het lopen, de laatste bocht naar de finish-lijn aansnijden: mooie dagdromen.
Ik denk dat de minst zalige marathon de echte op 1 juli zal zijn. Als het echt pijn zal doen. Haha!


Soit, ik ga hier afronden. soms vraag ik me echt af, wie dit gedoe van mij toch blijft lezen. 😕

Tien trainingsdagen nog te gaan. Tien! Nu gaan we het niet meer opgeven hé. Tellen jullie mee af met mij? Dankjewel.

maandag 4 juni 2018

Road to Roth week 35: overschouwen

De recup-periode was een heel drukke voor het werk, en dat was ook zo ingepland. Ik zal goed moeten monitoren de volgende week of ik voldoende gerecupereerd ben daardoor.

Dit was mijn trainingsweekje



De eerste 2 trainingen van de laatste trainingsblok ( op zaterdag en zondag) waren al direct redelijk pittig.
- op zaterdag voelde ik dat ik frisse benen had en zat er heel vlotjes een tempo van 4:25 in de benen
- en op zondag heb ik twee zeer zware blokken van pakweg 20 minuten gereden (één in het lichtrood, en één in het donkerrood in een duo met Ruben - ik was de Mr T'ers -bewust- tegengekomen langs de dijk). Twee heel stevige trainingsprikken, die ik heb proberen verteren door de rest van de training op 't gemakske te rijden.


Maar terug naar de recupweek.... zo'n recupweekje is ook het moment om eens achterover te leunen en alles te overschouwen.

Ik merkte dat ik de laatste tijd al te veel mijn vormpeil aan het vergelijken was met dat van Frankfurt 2014, toen ik mezelf verraste met een 10u03, een heel straf PR. En als je die vergelijking maakt, dan ben je toch enorm bezig met: 'zou ik onder die 10 uur geraken?'. Ik heb nu wijselijk besloten om dat te lossen. Door te focussen op die 10u, leg ik de lat zeer zeer hoog en creëer ik in lichaa men geest meer onrust dan rust. Mijn ervaring van de 4 vorige Ironmans zegt bovendien ook, dat je die dag gewoon moet laten gebeuren wat er gebeurt, de dag laten verlopen zoals hij verloopt. En de mentale kracht die je nodig hebt, helemaal gebruikt om helder te blijven nadenken, en om de heel zware momenten van zo'n dag te counteren en overleven, NIET om te rekenen.

Zo ben ik terug tot de essentie kunnen komen: "Christophe, 3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en een marathon lopen, na elkaar, op 49-jarige leeftijd! Kerel, als ge dat zou kunnen verwezenlijken, dan is dat straf gedaan hé!!!!!"
En dan moest ik plots terug denken aan het sms'je dat ik in 2008 de avond voor mijn eerste Ironman kreeg van mijn kapitein van mijn voetbalploeg (ja, ik combineerde triatlon toen nog met voetballen - completely crazy!). Hij schreef: "Wat er morgen ook gebeurt, Christophe, voor mij ben jij nu al een Ironman. Al die trainingen, al die opofferingen, is reeds voldoende om jezelf een Ironman te noemen." Dat ik het 10 jaar later nog weet, zegt genoeg. Ik krijg er nog de tranen van in mijn ogen. Het was één van de mooiste felicitaties die ik ooit kreeg, namelijk voor de wedstrijd. En hij sloeg de nagel op de kop: uiteindelijk wordt al het werk geleverd in al die maanden trainingsarbeid. En in die maanden doe je wat je kan, in de wetenschap dat je het probeert te combineren met werk en gezin. De dag van de wedstrijd probeer je 'gewoon' de vruchten te plukken van al die arbeid, en ga je voor die ene onwaarschijnlijke beloning: het finish-moment van een Ironman of full distance triatlon, telkens weer onvergetelijk en adembenemend.

En zo heb ik me bij de start van deze laatste trainingsblok terug kunnen opladen. "Christophe, doe de geplande trainingen zo goed mogelijk, doe wat je kan. En daarna .... maak je van 1 juli een dag om van te genieten, een moordend zware dag, maar toch ..... één om van te genieten." Laten we dat afspreken, ok?