zondag 11 juni 2017

week 41: een plaagske, een patattenmeske en een clubkampioenschap

Voor de trouwe lezers  zou een kwisvraag kunnen zijn: "hoeveel dagen ging ik deze weg nog doortrainen na 2 heel zware trainingsweken?" Bespaar je de moeite om je hersens te pijnigen, of om naar het relaas van vorige week terug te scrollen: het waren er 3.
En ...het werd er 1.

Op maandag vertrok ik voor een rit, maar ik had al aan Iris gezegd: "ik ga zien hoe lang ik ga weg zijn, want ik voel me niet fris. Ik rij wat los langs den dijk, en als ik me goed voel, ga ik dan in de Vlaamse Ardennen nog wat gaan klimmen." Soit, pakweg 70 km zat er zowat in mijn hoofd. Na 48 km stond ik al terug thuis: den dijk op en af, dat was het geworden. Want er zat echt geen jus in de benen. Een paar uren later was duidelijk wat er aan de hand was: een plaagske: hevige krampen in maag en darmstreek, geen fluit energie meer.
Die  dagen trainen mochten we dus vergeten - bed in, en op dinsdag 8 uur les gegeven met energie voor een half uurke. Woensdagochtend was het euvel al weg, en dacht ik: ok morgen kan ik beginnen aan mijn 2e plan: dringend eens wat zwemtrainingen stapelen.
Maar daar komt het 2e woord uit mijn titel van deze week op de proppen: het pattattenmesje. Ik had in de winkel 2 nieuwe mesjes gekocht, want eigenlijk gebruiken wij al jaren mesjes die nog nauwelijks snijden. Wist ik veel dat daardoor ook je handelingen met het mes wat grover geworden zijn. Je kon je met de vorige mesjes zowat alles permitteren, een snijwonde kon je er niet van krijgen. Het nieuwe bleek vlijmscherp, maar mijn handelingen bleven even lomp. Gevolg: ik snij een stevige schelle van de top van mijn linkerduim. Bloeien als een rund, heel gedoe om dat af te plakken enzoverder...... en vooral bye bye zwemtrainingen deze week.

Dit alles resulteert dus in een recupweek die meer recup omvat dan echt gepland was. Zo zag mijn week eruit (zie hiernoder). Het zou godverdomme voor de trainingsweek van een voetballer kunnen doorgaan. : p










Gelukkig stond er op zondag nog een leuk verjaardagscadeau (voor wie het persé wil weten: 48 is the new sexy 😎) op mij te wachten: de kwarttriatlon van Beernem, tegelijkertijd ook het clubkampioenschap van mijn club Mr T. Ik stond redelijk relaxed aan de start: eigenlijk was het plan duidelijk: niks forceren in het zwemmen, en dan loss gehen. Niet meer nadenken! 't is een kwartje, we gaan eens tegen de muur lopen, en hopen dat hij redelijk ver op het parcours staat.

Ik lag bij de start dus redelijk achteraan, liet het gevecht voor wat het waard was - en gaf mezelf wat tijd na het startschot om in tempo te komen. Ik voelde me nooit echt slecht, voor mij voelde dat zelfs ok aan: en ik kwam na een kleine kilometer zwemmen in 17m33s uit het water. Met een tempo van 1:55 per 100m is dat zelfs redelijk goed, maar dat betekent wel dat ik nog veel inhaalwerk had natuurlijk.
Op de fiets was er geen sprake van enig respijt voor de benen: vanaf kilometer 1 ontbond ik mijn duivels. De eerste 30 kilometer reed ik aan een gemiddelde van 38,6 km/u. Vlammen, punt ander lijn. De paar keren dat ik  op mijn horloge keek zag ik een hartslag diep in het rood, en dat was dus ook het plan. Ondertussen raapte ik de één na de andere Mr T'er op die beter kan zwemmen dan mij (en dat zijn er veeeeeel) op. Dat gaf wel een speciaal gevoel om telkens in de verte een teamgenoot te zien rijden waarop je kan jagen. In de 3e ronde haalde ik de 38,6 km/u niet, zeker ook omdat ik de laatste 3 km al een beetje bezig was met mijn loopnummer voor te bereiden (en dat betekent 1 tandje lager schakelen, en de omwentelingen verzorgen). Binnengekomen aan een moyenne van 38,1 km/u. De loopschoenen aan en .... uhm .... het plan volgen zeker, dus .... uhm .... vlammen!

Kilometer 1: 3:48  ZOT!!!!!!
Kilometer 2: 3:55 lekker!!!

en dan plots een tikkie met de hamer en direct het besef: "je wou de muur eens zien - hier is hij". En "oh ja, je bent er net tegengelopen". De warmte begon zwaar te wegen, en het tempo moest onverbiddelijk naar beneden, en redelijk wat. Ik kwam uiteindelijk ongeveer op 1/2 ironman tempo uit.

even de volgende kilometers op een rijtje: 4:21; 4:29; 4:20; 4:17; 4:28 ...... Het zijn tempo's die er nog mogen wezen natuurlijk, maar niet de tempo's die ik op een kwart wil lopen. Nuja, gewoon de prijs betalen voor het beestenwerk op de fiets hé.
Ondertussen had de muur, die snoodaard, een binnenweg genomen en zich nog eens opgesteld tussen kilometer 7 en 8: 4:52. Man man, wat was dat afzien zeg. Het moment dat elke triatleet kent in een wedstrijd, het moment waarop je jezelf afvraagt: "dus dit doe jij dus graag?" Gelukkig was ook dit weer van voorbijgaande aard, en kon ik me nog herpakken met een 4:32 en een 4:24. Maar man, wat was ik content dat ik die finishlijn zag.
In het lopen had ik nog 2 Mr T'ers kunnen inhalen, Simon en Arvid (2 jonkies dan nog), en ik eindigde in het clubkampioenschap op de 6e plaats, en daar ben ik best tevreden mee.

Maar de les van vandaag was er één die ik ooit al eens meen geleerd te hebben in de vorige 48 jaar: als je de muur opzoekt, vind je hem wel.
Toffe lessen kan je maar beter meer dan 1 keer bijwonen zeker. 😳😋

Geen opmerkingen:

Een reactie posten