zondag 27 augustus 2017

week 52: job done

Voila, de trainingsarbeid is gebeurd. Het was nog een mooie laatste trainingsweek. Vanaf zaterdag is de tapering begonnen.

De laatste trainingen


Verbazingwekkend was dit niet de trainingsweek die me het zwaarst viel. Ik had blijkbaar iets meer energie dan de vorige weken. Zou dat mentaal zijn? Zou dat te maken hebben met de wetenschap dat de eindmeet in zicht is?

Met 240 km heb ik deze week nog veel op de fiets gezeten. Vrijdag op mijn laatste training reed ik probleemloos een intensieve blok van 20 km aan 37 km/u. Dinsdag reed ik een training waarin ik de eerste 60 kmgoed doorreed om dan de laatste 35 km uit te bollen. Zondag reed ik een heel rustig recupritje. Er zat zowat van alles in.

Ook in het lopen bleef het goed gaan. Ik bleef mooie tempo's lopen als de training daarom vroeg (en slaagde er beter in om me aan de juiste tempo's te houden). Zaterdagavond hees ik me nog eens in mijn wetsuit en zwom ik een zeer vlotte continu-training in het heldere Nieuwdonk-water.

Kortom, enkel goed nieuws deze week.
Nu komt het er op aan rustig de trainingen af te bouwen, niks te forceren op training, de benen veel rust te gunnen, en zo fris mogelijk aan de start te komen.

Vooruitblik

Rest me dus alleen nog te wachten tot volgende week zaterdag en nog één keer alles uit de kast te halen in die prachtige halve triatlon van Gérardmer. Een heel mooi parcours, met 9 hellingen in het fietsen en zo goed als niks vlak (en 93 in plaats van 90 fietskilometers). Ook het loopparcours is niet zomaar een makkie. Rond het meer, zeggen ze dan. Maar elke ronde verlaat je de weg rond het meer, voor ... jawel .... een klim van meer dan 1 km.

Ik heb een geschiedenis in Gérardmer, maar die gaat al terug naar 2009 en 2011. Beide keren heb ik enorm genoten van die mooie wedstrijd met zijn uitstekende organisatie en sfeervolle ambiance. Nochtans heb ik 2 keer enorm afgezien. De wedstrijd was telkens een uitloper van een seizoen waarin ik een full triathlon had gelopen, en ik kwam daar altijd met veel goesting maar weinig frisse benen aan de start. Nu hoop ik in augustus hard genoeg maar ook verstandig genoeg getraind te hebben om toch nog eens te kunnen pieken (zeker na het debacle in de triatlon d'Alpe d4huez).
2009 en 2011, dat noem ik ook wel mijn vorig triatlonleven. Ondertussen zijn we al 6 trainingsjaren verder, en daarin ben ik niet alleen ouder geworden maar in principe ook wel iets sterker als atleet, vooral in het fietsen en lopen.
Maar uiteindelijk... ben ik in Gérardmer nog nooit onder de 6 uur geraakt: in 2009 kwam ik binnen na 6u03m45s, in 2011 na 6u05m28s. Dat geeft me onmiddellijk een eerste doelstelling: deze keer wil ik echt onder de 6 uur geraken. Laten we een sub 6 uur dan maar symbolisch bestempelen als een bronzen prestatie. Dat betekent dat er ook een zilveren en gouden symbool is? Inderdaad: onder de 5u45 zou heel knap zijn en zou ik als zilver bestempelen. Goud is voor een quasi onmogelijke opdracht: onder de 5u30 geraken.

Copain David, die me vroeger vergezelde op veel van mijn wedstrijden, heeft in 2009 een tijd neergezet van 5u48m42s. Hij was in die tijd echt in zijn beste vorm: een enorm goede zwemmer en heel sterke fietser, iets zwakker als loper maar toen nog niet geplaagd door veelvuldige loopblessures. Je zou die tijd kunnen zien als een virtuele concullega waar ik achteraan jaag.

In de wedstrijd ga ik wel niet te veel lopen rekenen. Ik ga gewoon genieten van de race en het beste van mezelf geven. En alle bovenstaande tijdsindicaties zijn natuurlijk waardeloos als het bijvoorbeeld nat zou liggen of zelfs heel hard zou regenen. Ik ben een goede daler als het droog ligt, maar als het nat ligt, verandert dat gevoelig. Volgend weekend worden er onweersbuien voorspeld in de Vogezen, dus het zal afwachten worden.
Maar één ding staat zoals altijd als een paal boven water, ik vertrek altijd met de instelling: this will be fun!



zaterdag 19 augustus 2017

week 51: pacing issues

Na de 2 lange en pittige fietstrainingen lag deze week de focus op looptempo's.




Van de 36 km die ik deze week gelopen heb, waren er 24 voorzien aan race pace, dat wil zeggen tussen 4:15 en 4:20 per km. Af en toe mag daar eens een kilometerke tussen zitten tussen 4:10 en 4:15, dat is geen doodzonde, maar niet teveel liefst. Wel dat is me niet gelukt. Ik heb ze allemaal ..... te snel gelopen.

Een overzicht:
  • dinsdag een duurloop van 19 km, met daarin 2 race pace blokken van 7 km (gelopen aan 4:12) en 4 km (gelopen aan 4:10)
  • vrijdag een tempoduurloop van 12 km met als middenblok een race pace blok van 8 km (gelopen aan 4:11)
  • zaterdag zou het me wel lukken, dacht ik: moe van de vrijdagloop en voorafgegaan door een 70 km bike ride zou ik wel braafkes tussen 4:15 en 4:20 lopen. Na het fietsen met zeikenatte kousen (in een fikse regenbui gezeten op de fiets - awoert buienradar : )  ) in mijn loopschoenen geschoven en 5 km gelopen aan race pace, nou ja .... 4:08
Mijn temporegelaar staat dus niet echt op punt. En ik heb geen goesting om tijdens het lopen continu te lopen kijken op mijn horloge.
Maar anderzijds is het op die manier niet moeilijk natuurlijk dat ik af en toe bekaf in mijn bed kruip. Dinsdag zelfs overdag. Terwijl mijn ex-dorpsgenoten zich een delirium heisten op Heusdenkoers lag ik te pitten in bed. Helemaal choco van mijn lange duurloop.

Maar als ik dit binnen 2 weken in Gerardmer probeer op de afsluitende halve marathon, speel ik een spelletje Russische roulette, vrees ik. Dan ga ik een klop van jewelste krijgen. Ik zal daar dus echt wat plichtsbewuster moeten zijn. "4:15 en 4:20, Christophe, daartussen mik je. En je probeert daar zo lang mogelijk te blijven hangen". "Ja maar 4:10 lopen is veel leuker.....". "Etututututu, geen commentaar, en luisteren, beste kerel."
(Yep, ik ben op deze blog dus gesprekken met mezelf aan het voeren. K13 lijkt me niet meer veraf te zijn.)

De fietskilometers heb ik deze week wat beperkt, want de vermoeidheid begint echt door te wegen. Mijn kinesist wist me bovendien te melden dat 52 à 53 weken niet echt 'een seizoen' kan genoemd worden. Het schijnt dat ze dat 'een jaar' noemen. En daar komt hij nu mee af. 😜

Soit, morgen zondag vind je me achter de bar op de Mr T wedstrijd aan de Watersportbaan. Geen training dus morgen, maar een ganse dag pintjes tappen. En dan .... nog 5 trainingsdagen. De vijf laatste jawel. En nog anderhalve kilo gewicht verliezen op 2 weken tijd. Wat een hobby hé? En toch.... still loving it!




maandag 14 augustus 2017

week 50 - de puzzle week

Tussen de recup na Alpe d'Huez en de start van de tapering voor Gerardmer zitten drie weken. Drie weken aan één stuk doortrainen is te veel voor mij op dit moment. Dat voel ik wel aan. Maar 1 volle week recup nemen tussendoor is ook te veel. De oplossing werd echter in mijn schoot geworpen. Een uitje met het gezin naar Den Haag van drie dagen: woensdag, donderdag en vrijdag. Dus ik zou woensdag na 5 trainingsdagen een break van 3 dagen inlassen (op zich niet slecht om de eerste zware trainingen na Alpe d'huez te verteren, en er dan vanaf zaterdag nog 1 trainngsblok van 2 weken tegenaan gooien. Zogezegd, zo gedaan.

Wat een mooie week werd dit:




Maandag een snoeiharde solorit. Snoeihard, niet omdat ik het snot van voor mijn ogen fietste, maar vooral omdat ik mezelf geen seconde respijt gaf, alles net een tikkeltje pittiger aanpakte dan op een normale lange duurtraining. Alle hellingen, behalve Berendries, op 't groot blad ook. Thuisgekomen met moyenne van 32 km/u. Lekker!

Dinsdagochtend een techniek- en tempotraining in het zwembad, maar dat was maar de prelude voor een zeer pittige snelheidslooptraining in de namiddag: blokjes van 1200 en 600 aan 4:10 - 4:20, en blokjes van 400 en 200m aan 3:50 - 4:00, dat was de bedoeling. Maar ik liep op wolkjes, voelde het beton niet. En vele blokjes gingen net iets te snel. Heerlijk! Hier zijn ze:

1200m (4:06 - iets te snel)
600m (4:08 - iets te snel)
400m (3:50 - spot on!)
200m (3:45 - te snel)
1200m (4:11- spot on)
600m (4:10 - spot on)
400m (3:43 - te snel)
200m (3:35 - veel te snel)

Woensdag, donderdag en vrijdag serieuze recup dus. De looptraining van vrijdag was dan ook eentje met de rem op. Easy run op frisse beentjes. Maar hij was ook daar geplaatst om druk te zetten op de looptraining van zaterdag. Ook al was die van vrijdag een easy loopje, als je binnen de 24 uur nog eens een duurloop van 20 km afwerkt, dan creëer je een soort van vermoeidheidsopbouw die een klein beetje de wedstrijdvermoeidheid simuleert. In die duurloop liep ik 2 blokken van 5 km aan race pace. De eerste blok was een fluitje van een cent, de tweede was lastiger, maar ook niet in die mate dat ik alles uit de kast moest halen. 29,5 km gelopen op 24 uur. Tsjakka!

Zondag had ik afgesproken met Steven en Olivier voor een fietsritje. 90 km stond er op mijn planning, maar Steven had iets langer gepland, het werden er 120 dus. Steven is al een maand aan het recupereren van zijn eerste Ironman, maar daar was verdomd weinig van te merken. Wat een kracht straalt die uit op de fiets zeg. Tussen kilometer 45 en 60 moest ik met momenten echt serieus op mijn tanden bijten om hem bij te houden. Maar de recuperatie was goed, en tussen km 80 en 90 trok ik nog een ferme streep van ongeveer 10 km richting Deinze. Thuisgekomen was ik doodmoe, maar dat is zo'n moeite - je kan dat aan niet-sporters moeilijk uitleggen - maar da's een zalige, deugddoende, gezonde vermoeidheid.


Jullie merken het misschien: ik ben  enthousiast over mijn trainingen. Maar laat je niet misleiden hoor. Ik voel wel degelijk de mentale vermoeidheid, nu we reeds in trainingsweek 50 zitten (knettergek eigenlijk). Ik zit wat langer te draaien en te keren voor ik de loopschoenen aantrek of mijn fiets uit het rek haal. Ik moet me wat meer oppeppen, elke dag weer. Maar eens ik bezig ben, is het nog steeds puur genieten. Ook fysiek voel ik de ongemakjes komen: hier en daar pruttelt er al eens een onderdeel tegen: een knie, mijn nekspieren, een schouder, ja zelfs een teen.... mijn lichaam vraagt zich precies na 50 weken af wanneer het eens op congé mag. Het verhaal van de laatste loodjes geldt ook voor mij. Maar voorlopig nog steeds met een brede glimlach op mijn gezicht.


Ook op een ander vlak ben ik blijkbaar goed bezig. Ik las deze week een artikel over hoe je je moet  voorbereiden op back to back triathlons, dat zijn 2 triatlons die relatief kort op elkaar volgen. Tip 1 in dat artikel was: "gain some weight", wat betekent: kom terug wat gewicht bij na wedstrijd 1. De theorie is dat je op je scherpst staat net voor een wedstrijd, en je weerstand dus laag is. Het geeft geen zin om dat ridicuul lage wedstrijdgewicht te proberen blijven aanhouden tussen die 2 wedstrijden blijkbaar. De manier om het te doen, is eerst terug op krachten komen en dus wat bijkomen, en daarna terug op wedstrijdgewicht te komen voor wedstrijd 2.
Wel, dat is gelukt. 👍 😏


Mijn wedstrijdgewicht ligt op 71 kg (voor een Ironman kan dat soms zelfs zakken naar 70). Ik zat op dat gebied perfect voor Alpe d'Huez. En ook de 2 weken daarna heb ik een perfect parcours gelopen. Hehe. Maar of ik nu nog 1 keer deze zomer terug kan zakken naar 71 kg, dat weet ik niet hoor. Die ijsjes, dat frisse pintje .......We zien wel.

Nog 12 dagen trainen, 6 dagen taperen en dan nog 1 keer vlammen!











zondag 6 augustus 2017

week 49: de mentale knop omdraaien

We zijn ondertussen 10 dagen na de ontgoochelende DNF op Alpe d'Huez. Ik heb daar nog een eitje te pellen met die wedstrijd, maar dat zal niet voor volgend jaar zijn (zie verder).
Na de wedstrijd heb ik drie dagen met mijn vrouw proberen genieten van Annecy en het prachtige meer aldaar. Dat is grotendeels gelukt. Al moet ik toegeven dat natuurlijk af en toe de ontgoocheling moeilijk weg te steken was. Het was als een donker wolkje dat af en toe de zon kwam wegduwen. Maar vooral veel mooie momenten meegemaakt daar in Annecy dus.

Thuisgekomen doe je dan nog eens je verhaal aan vrienden en familie, en herbeleef je het allemaal nog een paar keer. Ik merkte ook dat ik heel diep gegaan was, want ik had overdag regelmatig een dutje nodig, wat niet van mijn gewoonte is. Eén week bekomen was de bedoeling, en in die week had ik al eens een voorzichtig loopje (maandag), een kort ochtendzwemmeke (dinsdag), een sessie bij de kinesist (woensdag) en een core stability sessie (donderdag) gepland. En een glaasje wijn hier of een een pintje daar natuurlijk. De boog laten ontspannen dus.

Vrijdag was dan de start van de voorbereiding voor de laatste wedstrijd van het seizoen: de halve van Gérardmer. Een wedstrijd die oorspronkelijk als B-wedstrijd genoteerd stond, proberen om er nog iets te presteren, maar er niet al te fanatiek meer naar toe leven. Dàt is nu natuurlijk veranderd. Gérardmer is in mijn hoofd een A-wedstrijd geworden, waar ik alles uit de kast ga proberen halen. 'Een mooi slot breien aan dit seizoen' krijgt na vorige week natuurlijk een andere lading.

Ok, terug naar vrijdag dus. Direct een pittige training op het programma. 16 km lopen met daarin 3 * 3 km aan race pace: 4:15-4:20 / km. Alles daartussen mocht rustig aan. Als je weet dat ik na die 16 km thuisgekomen ben met een gemiddelde van 4:20 - race pace dus - dan kan je al raden wat er gebeurd is waarschijnlijk. Dat alles daartussen rustiger aan mocht, daar heb ik me aan gehouden. Maar in die 3 blokken van 3 km kon ik me echt niet houden. Er stond blijkbaar nog een rekening open, ik had nog veel woede en ontgoocheling in mijn lijf en dat kwam er daar langs de Merelbeekse Scheldemeersen plots uit. Hier zijn mijn kilometertempo's in die 3 blokken:

#1: 4:09; 4:10; 4:01 (met tegenwind : p)
#2: 4:09; 4:03; 4:04
#3: 4:07; 4:13; 4:04

Te snel dus: '@ race pace' werd zo  'above race pace'. De hartslag ging serieus de hoogte in. Maar vooral: ik kwam niet alleen thuis met stijve spieren, maar ook met hernieuwde moed, verbetenheid en een paar kilo's minder op mijn schouders. Het was eraf. Ik kon opnieuw beginnen.











Tuurlijk ga ik nu moeten opletten. Mijn enthousiasme mag niet gaan bepalen hoe ik train, ik moet geduldig en bewust blijven trainen. Niet overdrijven, want we zijn ondertussen al in week 49, mijn lijf is dus redelijk moe.

Maar die vrijdagtraining was echt een mentaal kantelpunt. Wat ik sindsdien al allemaal gedaan heb: het parcours van Gérardmer bestudeerd, mijn eigen resultaten in dei wedstrijd (2009 en 2011) bestudeerd, resultaten van andere atleten die ooit deelnamen bekeken (David, Olivier, Thomas). Alles naast elkaar gelegd en voor mezelf een paar doelstellingen geformuleerd (daarover één van de volgende weken meer).
Een dag later zat ik al het parcours van Roth (juli 2018) te bestuderen, heb ik een verblijf geboekt in de buurt van Roth, en heb ik al bekeken welke halve triatlon ideaal ligt op de kalender ter voorbereiding van de volledige triatlon van Roth. Grootste kanshebber is voorlopig Ironman 70.3 Marbella op 29 april, maar ook Challenge Rimini, Challenge Mogan of Challenge Salou behoren nog tot de mogelijkheden. De data voor deze wedstrijden zijn echter nog niet vastgelegd.
Al het bovenstaande zijn echter goede tekenen. Mijn vizier staat weer op de toekomst gericht. Alpe d'Huez mag nu van de radar gehaald worden. Want zoals een ex-cursist antwoordde op mijn verslag van vorige week: "never a failure, always a lesson". Of deze van een ex-collega: "het is de tegenwind die de vlieger doet stijgen". Mooi toch?

dinsdag 1 augustus 2017

Ontgoocheling in de Alpen


Ergens in de namiddag vorige donderdag boven op Alpe d'Huez: een triatleet die met veel trots de Belgische kleuren draagt op zijn buitenlandse wedstrijden ( ik zou er het liefst van al eens eentje doen op 11 juli met dat pakje - kwestie van statement 😎), kruipt traag en waarschijnlijk met een heel lang gezicht over de nadar van  de start van het loopparcours. DNF, noemt dat dan. Of ook wel abandon, of opgave. Die atleet ben ik dus. Op dat moment een fysieke schotelvod, en emotioneel gebroken. De grote droom, om een sterke prestatie neer te zetten in de loodzware Triathlon d' Alpe d'Huez, spat in mijn gezicht open, en als ik Iris vind die vanachter de dranghekkens op zoek is naar mij, dan horen daar ook traantjes bij, jawel...

Nochtans, een paar uren daarvoor leken alle sterren juist te staan. Ik had goed geslapen, voelde geen zenuwen, liep over van de goesting. Ik legde een degelijke zwemproef af in het ijskoude maar o zo wondermooie Lac De Vernay: 2450 meter (in plaats van de voorziene 2200) in 45m30, da's een heel degelijke 1:51/100m. Voor mij een knap tempo, en als ik in T1 kwam had ik helemaal geen vermoeid gevoel. Vol goede moed de fiets op dus, en direct beginnen aan de grondig uitgedokterde voedingsstrategie, die op mijn fietsbuis geplakt stond. Je kan maar 70 kcal innemen per uur, maar die zou ik ook echt innemen. Deze man zou perfect gehydrateerd en gevoed aan de voet van de Alpe d'Huez komen en dan was het play time, want gans mijn wedstrijdstrategie was gebaseerd op een zeer goede beklimming van Alpe d'Huez en een zeer goede looptijd bovenop de Alpe. Daar zou ik mijn duivels ontbinden. Waar velen zouden blokkeren, daar zou ik schitteren. Dacht ik,  misschien - waarschijnlijk - overmoedig. We zullen het niet weten. Maar de strategie was duidelijk: alles daarvoor moest dus een klein beetje op reserve gebeuren.
De eerste 75 kilometer liep alles goed. Een licht dalend stuk op de route national richting de voet van Alpe du Grand Serre, een beklimming van die lange col met de vingers in de neusgaten (oh my god, dit zijn moordend goeie benen vandaag), een fantastische joyride door de adembenemende vallei na die Grand Serre, met af en toe een klimmetje erbij. Even stoppen in de bevoorrading van Valbonnais om mijn persoonlijke voeding op te pikken, en me te laten insmeren met zonnebrand door 2 ...uhm... vrijwilligsters. 😍
En dan op weg naar col nummer 2. Het gevoel op dat moment: al heel veel volk ingehaald en nog geen trap te veel gedaan.
Col nummer 2 noemt col d'Ornon, en is een rare snuiter, een heel lange aanloop aan zeer lage percentages en daarna de laatste 4 kilometer steiler maar doenbaar. Percentages van 1 à 3%, dat doe ik steevast liggend op mijn stuurtje. Nu dus ook, maar er zit precies iets fout, mijn maag strubbelt tegen, ik krijg wat krampen en ik moet me rechtzetten. Geen erg, ik rij verder .... maar ik voel de kracht uit mijn benen weglopen. Wat is hier aan de hand? Ik neem een volgende gelletje, en een beetje verder ligt het er terug uit, samen met redelijk wat voeding van het vorige uur. Ik voel me plots barslecht, en klim als een dikke pad verder. Boven op de col moet ik weer stoppen, eet ik nog eens, drink iets, giet wat water over mijn hoofd.... het helpt geen zier. Alles blijft op mijn maag liggen, ik heb kou op de fiets bij pakweg 25 graden celsius in de afdaling, en kom werkelijk als een platte pannekoek aan de voet van Alpe d'Huez. Wat er dan allemaal in je omgaat, kan ik nu niet meer reconstrueren. Ik besef maar al te goed dat ik dat plaagske van Iris heb overgenomen, en dat dat problematisch is op dit moment. Maar opgeven staat niet in mijn woordenboek. Op dat moment toch nog niet. Alpe d'Huez op dus, de plek waar ik mijn duivels zou ontbinden. You bet, het wordt een ware calvarietocht. Als je niet meer kan eten, en je hebt het eten van de uurtjes daarvoor nauwelijks opgenomen, dan rijd je dus met een lege tank. Op vetverbranding Alpe d'Huez oprijden: don't try this at home. Het is kruipen naar boven. Ik kan het niet anders beschrijven. Geen enkel moment voel ik de klimmersbenen die ik al maanden gevoeld heb. Het is harken, dweilen met de kraan open, afzien als de beesten.... Bij een bevoorrading zie ik Thomas, supporter van de Mr T'ers, en dan moet ik voor het eerst luidop aan iemand zeggen: "het gaat niet, ik ben ziek". Hij giet snel wat cola in een pulle voor mij, en ik vraag hem om naar boven te bellen dat ik ziek ben, maar dat ik verdomd die berg oprijd. Ik maak me op dat moment meer zorgen om Iris boven, dan om mezelf.
Eens ik de laatste bochten van Alpe d'Huez bereik als een stervende zwaan (wat is er toch veel beeldspraak in onze taal voor 'afzien'), zie ik een paar keer supporters langs de kant van Mr T en als allerlaatste Iris. Telkens weer zit ik met de tranen in mijn ogen achter mijn zonnebril. Het begint stilletjesaan te dagen: "dit is game over, Christophe". Ik kom echt niet meer vooruit, en zal voor de ganse klim een gruwelijke tijd van 1u27m nodig hebben. Boven gekomen, strompel ik met mijn fiets in T2, zet mijn fiets in het rek, gooi mijn helm van colère op de grond, roep de vuilste vloeken die ik nog kan bedenken, en ga erbij liggen. Op dat moment stort je wereld als sportman pas echt in elkaar. Rond jou zie je mensen doen wat je anders altijd doet: helm uit, fietsschoenen uit, loopschoenen aan, snel iets meegrissen voor te drinken of te eten en met verbeten blik dat looptempo zoeken. Merde alors!
Blijkbaar heb ik 10 minuten in T2 vertoefd. Er moet nog één moment een opflakkering door mijn hersens gejaagd zijn, en ik kies om toch die loopschoenen aan te doen. "Proberen, Christophe. Misschien als je loopt - mijn sterkste discipline - dat je een tempo vindt, en als je elke bevoorrading een shot cola neemt, ......".  IJdele hoop!
Ik sta op mijn benen, wankel een beetje, begin te lopen, en loop na 100 meter tegen een man aan, die ik gewoon niet had gezien. "Excusez-moi, je ne suis plus lucide", zegt hij. Nou, dat moet lukken, 2 minder lucide mensen, die elkaar treffen op Alpe d'Huez. 😝 Ik gooi snel wat cola in mijn keelgat bij de eerste bevoorrading, 50 meter verder hang ik al te kokhalzen boven de balustrade, en 100 meter verder zijn we bij de start van deze blogpost. Ik krijg mijn ene voet nauwelijks voor de andere, de tank is helemaal leeg. Wandelen of opgeven, is de optie. En er is één regel die ik heb voor mezelf (met alle respect voor mensen die het anders zien): uitwandelen telt niet. Het is Swim Bike Run, niet Swim Bike Walk. Dus: abandon Scheire Christophe!


Een mindere wedstrijd, gokken en verliezen, te hard van stapel lopen en daarvoor de prijs betalen in het verdere verloop van de wedstrijd. Been there done that! Het gebeurt, je leert ervan, je gaat met opgeheven hoofd naar huis. Maar opgeven, dat blijft echt een bittere pil, een smet op je blazoen ook. Triatleten - en ik bij uitstek - zijn verdomd trotse mensen, dat kan ik je zeggen. Ik zal dus nog even nodig hebben om dat volledig te verteren, om mijn rug terug 100% te rechten.

Maar triatlon is een harde sport, die soms heel confronterend kan zijn. De kunst is om niet alleen te genieten van de gloriemomenten die deze sport je biedt, maar ook sterker te worden van de ontgoochelingen. Mijn vizier staat dan ook al ten volle gericht op 2 september, de halve triatlon van Gérardmer. 200% gemotiveerd ga ik daar aan de start staan. Ontgoocheling in de Alpen? Revanche in de Vogezen!




PS Super merci aan alle supporters van Mr T. Super proficiat aan mijn teamgenoten die deze monsterlijk zware wedstrijd op hun palmares kunnen schrijven. En een grote merci aan diezelfde teamgenoten en hoe ze meevoelden met mij na de wedstrijd. Mr T Triatlon Gent, een warm nest!