dinsdag 29 mei 2018

Road to Roth week 34: grens

We zijn 5 weken voor D-day, en ik zit toch wel zeer sterk tegen mijn grens aan: de grens van wat te combineren valt privé/werk/sport, en de grens van mijn lichaam. Die 2 gaan natuurlijk ook hand in hand: als de combinatie moeilijk wordt, vind je ook te weinig rust (letterlijk in je bed, maar ook figuurlijk in je hoofd), en dan worden de zware trainingsweken nog afmattender.

Ik heb in deze 34e week goed getraind, maar heb wel in elke discipline 1 training moeten laten vallen, en dat was bijna telkens een goede beslissing. Het vat was zo goed als leeg, en soms is het rempedaal belangrijker dan het gaspedaal in zo'n voorbereiding.

Nou ja, niet dat ik geen gazze gegeven heb, natuurlijk:

- 2 vrij pittige fietstrainingen, met daarin 1 zeer lange
- 4 looptrainingen waarvan 2 op 1 dag, waarin ik het tempo goed aanhield: 's morgens 4:30, 's middags 4:26
- en 2 zwemtrainingen waarin ik er 1 lange inlaste, die me veel energie kostte en 1 wat pittiger.

8 trainingen verspreid over slechts 5 dagen, want buiten mijn gewoontes in ging zaten er hier 2 no training days in.


Grootste en meeste voorkomende fout zou nu zijn: de niet-uitgevoerde trainingen inhalen. Maar dat ga ik dus absoluut niet doen. Body & mind hebben rust nodig. Met wat op het werk en thuis op de plank ligt, zal dat voor 'the mind' moeilijk lukken. Maar dan zal ik toch op zijn minst mijn lijf zo goed mogelijk laten recupereren deze week. Als alles goed gaat, kom ik dan op zaterdag met een wat frisser gevoel aan de start van mijn laatste trainingsblok.

Roth, je bent een verdomd zware opdracht om je voor voor te bereiden, maar nu ik zover ben, ga ik het toch niet meer lossen hoor. En ik troost me met de gedachte dat 'hoe zwaarder de opofferingen wegen, hoe mooier de voldoening kan zijn achteraf.'




zondag 20 mei 2018

Road to Roth week 33: mental boost, maar voetjes op de grond

Na het vlammen in Bilzen vorige zondag, had ik toch nog een dag of 3 pijnlijke benen. Als je achteraf de hartslagzonegegevens van Bilzen nog eens bekijkt, dan is dat eigenlijk volledig te begrijpen.

BIKE BILZEN

RUN BILZEN


















 Ja da's dus eens goed in het rood gaan hé.

Op maandag laste ik dan ook een rustdagje in. Maar vanaf dinsdag was er geen tijd meer te verliezen. Woensdag stond er zelfs een fietstraining van 180 km op het programma.

Maar de grootste mental boost kreeg ik alweer van het lopen: zaterdag liep ik naar Berlare, grotendeels met lichte tegenwind dus. Een loopafstand van 27 km. Ik vond bijna onmiddellijk mijn IM race pace (4:30/km), dat voelde uiterst comfortabel aan en ik kon dat tempo vrij moeiteloos uithouden gedurende de volledige training: ik voorzag elke 6 km een kilometer rustiger aan, maar 'at the end' klokte ik toch af op een gemiddeld tempo van 4:30 en een gemiddelde hartslag ban 135. Perfecter kan niet.
Dat ik de volgende dag in een koppeltraiing 6 km kon lopen aan 4:15 zonder echt zwaar te forceren, deed me ook concluderen dat ik met die 4:30 van de zaterdag niet echt had overdreven.



Het zal in Roth zaak zijn van mijn kop niet zot te laten maken in het fietsen. Het zou doodzonde zijn om door te hard te fietsen, geen gebruik te kunnen maken van dit heerlijke vormpeil in het lopen. En zo kom je eigenlijk altijd uit op hetzelfde: in een full distance triatlon gaat het om een lange dag, en is de race indelen een moeilijke maar uiterst belangrijke succesfactor. Vooral in het fietsen voel ik dat ik niet dezelfde 'dash' heb, die ik in 2014 in Frankfurt had. Dan moet ik dat dus ook niet proberen forceren.

'Rustig blijven' is in deze fase dus het motto. Het vormpeil proberen aanhouden, hier en daar nog een procentje proberen bijwinnen. Maar vooral niet beginnen zweven. De beste plek voor die voetjes, is ... op de grond.

maandag 14 mei 2018

Road to Roth week 32: recupereren en dan vlammen

Zondagvoormiddag in de auto op weg naar Bilzen, nagenietend van een recupweekje, dacht ik bij mezelf: "Christophe, heb je eigenlijk een raceplan voor vandaag?" Christophe antwoordde: "Nee, eigenlijk niet."
Lap, het werd dringend tijd om een paar richtlijnen op te stellen in mijn hoofd. De belangrijkste werden: have fun en blesseer je niet. Dit is en blijft een voorbereidingswedstrijd.

En ook nog, laat je niet afleiden door deze grap van de organisatie:


Niet alleen zetten ze me in de verkeerde categorie (18+) (niet slecht voor een bijna 49-jarige). Ze zetten me ook nog bij de eerste tien starters: de semi-profs of de favorieten dus. Hi-la-rische blunder. Maar dus ik ging startnummer 10 gaan afhalen, en stond voor de wedstrijd mijn fiets klaar te zetten tussen Pieter Heemeryck, Sylvain Denis, Lucky Berlage en consoorten. Mij stil krijgen is geen evidentie, maar daar in die wisselzone heb ik toch braaf mijn mondje gehouden, mijn ogen uitgekeken en mijn oren opengezet. (Om vast te stellen dat ze zich dezelfde vragen stellen als wij het plebs, bvb. triviale muizenissen als  "zetten we die loopschoenen nu in de bak of erboven, want ze geven regen?")

Soit, de wedstrijd: 1 km zwemmen, 100 km fietsen en 10 km lopen.
Vaststelling: moet ik dat meer doen, zo'n wedstrijd zonder plan aanvatten? Want ik zwom geweldig, liep geweldig en fietste degelijk.






Alhoewel ik in het zwemmen soms het gevoel had dat ik te weinig focus legde op mijn vernieuwde zwemstijl, bleek die stijl er al goed ingebakken te zitten. Ik zwom aan een tempo van 1:47/100m, dat is ongezien voor mij.
Als ik even mag springen naar het lopen: dat ik na 100 km vlammen op de fiets, een tempo loop van 4:01/km, pakweg 15 km/u, ook dat is niet te versmaden. ER zijn veel kwarttriatlons in het verleden (na 40 km fietsen dus) waar ik dit tempo niet kon aanhouden.
En dat fietsen, 36,7 km/u, dat is verdomd niet slecht. Maar toch was dat het onderdeel waar ik merkte dat ik niet aan het trainen ben in deze intensiteitszones. Als ik aan deze hartslagen vlam in Roth, zal ik de marathon niet uitlopen, wees daar maar zeker van. Ik zat zowat 15 hartslagen boven de Roth-zone.
Ik moest na 60 à 70 km toch een beetje passen, had het gashendel iets te gretig opengezet precies. Kijk maar eens naar mijn opeenvolgende snelheden per blok van 10 km.





Ondertussen ontstond er ook een klein wedstrijdje in de wedstrijd met de 2 broertjes Olivier en Thomas De Jonghe (echte 18+'ers 😛).
Beiden betere zwemmers dan mij. Groot was mijn verbazing als ik na een kleine 10 km Olivier al inhaalde (al stond hij op dat moment te grabbelen naar een verloren drinkbus). Hij kon 10 km verder opnieuw aansluiten. En rond kilometer 40 kregen we ook fluo-Thomas in het vizier. We bleven een tijdje in elkaars buurt rijden.

En dan gebeurde, wat ik dacht dat in mijn carrière nooit zou gebeuren: een clean sheet raakte besmeurd. Ik rij op reglementaire afstand achter Thomas (15 meter - ja dubbele drafting zone in Bilzen), iemand haalt me in en schuift tussen Thomas en mij, waarop ik uit mijn beugels ga, mij rechtzet en de pedalen stilhoud om reglementair 15 meter afstand te laten op de atleet die me inhaalde. Een motard met referee komt onmiddellijk naast mij rijden en toont me nijdig een gele kaart. "Wat?", denk ik, "je ziet toch dat ik onmiddellijk bezig ben met de afstand te proberen creëren, en mijn tempo stopzet om dat te doen." Soit, het ergste vind ik niet de 5 minuten straftijd die op het einde boven mijn eindtijd zullen gevoegd worden (die tel ik er in mijn hoofd gewoon weer af hoor, referee). Het ergste voor mij is dat ik geen clean sheet meer heb, dat die ene ref me behandelt als een stayeraar (waar ik een 500% tegenstander van ben). Ach man, dit voelt vies aan (nog meer omdat het 100% onterecht is). Soit, ik zet het opzij en probeer me zo snel mogelijk terug te focussen op de wedstrijd en ervan te genieten. Olivier lijkt ondertussen de pedalen niet te voelen, ik blijf in de buurt (maar met moeite). Thomas lost de rol. Maar uiteindelijk zal ook ik Olivier kleiner zien worden voor mij. En zoals hierboven te zien, worden de laatste 20 km nog een zware dobber voor mij. Uiteindelijk is de vogel gaan vliegen, en komt Thomas ongeveer samen met mij in T2 (die had het blijkbaar toch beter ingedeeld).


Ok, het lopen, in principe mijn beste discipline. Thomas heb ik quasi onmiddellijk bij de lurven, al helpt zijn plaspauze wel een beetje. Voor Olivier moet ik toch wat meer geduld hebben, maar beetje per beetje zie ik hem (in tegenstelling tot bij het fietsen) terug groter worden. Net op kilometer vijf haal ik hem in, maar .... begin ik ook krampen te krijgen net boven mijn knie. We lopen efkes schouder aan schouder, maar bij mij is het met een pijnlijke grimas. Ik moet echt zoeken naar een tempo waarbij ik die krampen kan vermijden. Uiteindelijk wordt het een heel zware laatste 5 kilometer, maar kan ik daarin wel een gat slagen met Olivier.




Hier zijn ze, mijn kilometertempo's:






 3u39m42s is mijn eindtijd. Een fantastisch resultaat.

Al bij al een in sé saaie wedstrijd daar in Bilzen - 100 km fietsen langs het kanaal - maar hij werd toch boeiend omdat Olivier, Thomas en ik in elkaars buurt zaten.

By the way, Olivier zal in Roth zijn debuut maken op de full distance, en naar wat ik daar in Bilzen zag, zou dat wel eens een knaldebuut kunnen worden.
En nu moet ik plots denken aan Ironman Zurich, waar Thomas en ik zowat gelijktijdig over de finish strompelden bij 39°C. We lijken toch echt wel aan elkaar gewaagd met ons drietjes.


Voor de schema-verslaafden geef ik ook nog mijn weekoverzicht van mijn recupweekje:





 Nu zo snel mogelijk die stijfheid uit mijn benen krijgen, want de voorlaatste trainingsblok start nu.


dinsdag 8 mei 2018

Road to Roth week 31: trainen trainen trainen voor Roth Roth Roth

Ik heb deze week eigenlijk vooral heel goed nieuws.



Ik begin me op mijn gemak te voelen op mijn nieuwe tijdritmachine. Het was toch wat wennen in het begin, een beetje een zoektocht om me goed te positioneren in de tijdrithouding, en hoe ik de beste krachtomzetting krijg op mijn nieuwe machine. De laatste training van deze moordend zware trainingsblok reed ik aan een gemiddelde hartslag van 120 (In Roth mag ik gerust 10 à 15 slagen hoger) een moyenne van 33,6 km/u. Dat was een mooie opsteker, en een bevestiging dat het gevoel op de fiets goed zit.

En in deze zware loopweek (61 km) liep ik ook heel goed, terwijl ik nooit op frisse benen kon lopen:
maandag de heuveltraining in de Ardennen waar ik vorige blogpost al over vertelde: 253 hoogtemeters over 13,8 km, dat zijn er maar dan in Roth over 42 km. Pittige training die me wel wat pijnlijke spieren opleverde de volgende dagen. Maar mijn benen kregen geen rust: de dag daarna terug in de loopschoenen gesprongen na een fietstraining en op 't gevoel 6 km gelopen aan 4:18. En op woensdag een zeer rustige duurloop van 15 km aan 4:40 /km.
Daarna twee dagen met fietstrainingen waar ik vooral op donderdag een paar stevige blokken in de intensieve zone reed.
En er scheen maar geen rust in te zitten voor de benen, want op zaterdag stond een lange duurloop op het programma, maar deze keer gespreid over 2 looptrainingen.
- 's Morgens op de nuchtere maag 16 km met een blok van 6 km en 4 km @ IM pace (4:30)
- 's Namiddags zou ik dan proberen de motor nog eens te laten aanslaan met 10 km waarin 2 * 4 km aan datzelfde IM pace.
Tot mijn grote verbazing lukte dat wonderwel. Al moet ik zeggen dat ik wat sukkelde met die IM pace: ik klokte telkens die blokken af aan een iets te snel tempo (4:25 ongeveer). De eerste blok van de namiddag zat eerder rond de 4:20 zelfs. Mijn pacing is dus nog niet goed afgesteld. Maar het is wel fantastisch nieuws dat ik deze tempo's vlot haal. Al is er nu toch wel een waarschuwingslampje aan het branden. Ik moet toch wel opletten dat ik me niet opbrand tijdens deze looptrainingen.

Ondanks het heel goede nieuws zit ik toch in het midden van een moeilijke periode voor mijn geest. Ik voel dat de trainingen niet alleen op een leuke manier zwaar zijn. Moe zijn van het harde trainen is een leuke vermoeidheid. Maar ik heb het ook moeilijk met de combinatie werk/gezin/trainen/sociaal leven. Ik kijk enorm uit naar 1 juli in Roth, en hoop daar een heel mooie dag te kunnen meemaken. Maar ik kijk ook enorm uit naar de zomer, waarin de druk van het trainen wegvalt. Maar dat zal iedere triatleet wel een herkenbaar gevoel vinden.

Ja, Roth. Hoe meer mensen ik er over hoor vertellen, hoe magischer het lijkt. Maar eerst doe ik volgende week de 111 wedstrijd in Bilzen: 1 km swim, 100 km bike, 10 km run. Ik doe hem eigenlijk omdat ik het wedstrijdgevoel eens wil hebben, omdat ik de combinatie swim/bike/run eens wil testen. Maar ik kan niet zeggen dat ik op dit moment heel hard uitkijk naar of bezig ben met die wedstrijd. In mijn triatlonhoofd telt er dit jaar maar 1 wedstrijd: Roth, Roth en nog eens Roth. Dat is geen rationele beredeneerde keuze, het is gewoon hoe het aanvoelt.

Maar eerst 6 dagen recup, dan Bilzen als start van de voorlaatste trainingsblok van 15 dagen. De voorlaatste inderdaad. Het begint toch echt wel dichtbij te komen nu. 


dinsdag 1 mei 2018

Road to Roth week 30: speelvogel

Het moeilijkste om in te schatten als je zo'n blog schrijft, is eigenlijk hoe je overkomt. Je schrijft gewoon ongecensureerd op wat je bezig houdt, en hoe je de dingen ervaart en beleeft. Authenticiteit, noemen ze dat zeker? Toen ik maandag terug reed van 3 dagen trainingsstage met Mr T in de Ardennen, dacht ik: zouden mijn bloglezers mij zien als een ernstige, berekende, data-gedreven atleet? Ik kwam immers net terug van een paar dagen waarin ik me als een echte speelvogel had gedragen, en ook dat ... is 100% authentiek Christophe. Ik ben uiteindelijk een man van bijna 49 die zich nog altijd kan amuseren als een klein kind (pluspunt) en gedragen als een klein kind (je mag zelf kiezen of dit een pluspunt of minpunt is).
Ja, ik ben ernstig met mijn sport bezig. Ja, ik ben berekend en plan mijn trainingsschema's gedetailleerd. Maar ik ben vooral iemand die zich graag amuseert. In al mijn serieux ben ik eigenlijk een grote lachebek. Het lijken 2 kanten van de medaille die ik telkens probeer aan te houden: op training, voor een wedstrijd, tijdens een wedstrijd, bij de finish, na de wedstrijd: focus gekoppeld aan leute en plezier. 't Is een hobby hé gasten, een uit de hand gelopen hobby natuurlijk, maar een hobby: it's supposed to be lots o' fun.
Dat is waarschijnlijk ook waarom ik niet hou van Froome en wel van Sagan, Vermarcke, of Naessens. en dan vergeet ik Contador nog..  Of waarom ik met plezier kan kijken naar het enthousiaste geklungel van Teo, maar me ondertussen ook kan ergeren aan de triestige futloze houding van Kums. (Al is die 2e waarschijnlijk een betere voetballer....(geweest?) )

Soit, die stage. Geweldig veel plezier gemaakt:

De eerste dag: na een rit van 120 km en bijna 2100 hoogtemeters kwamen we weer aan het huisje. Ik had niet echt superbenen gehad, had tijdens de rit zowat ups & downs gehad, maar dat hield ons niet tegen om elkaar nu en dan eens de loef af te steken, of om een keer - YIIIIIIIHAAAAA!!! - een afdaling in te duiken. Er was nog een extra lus gepland van 50 km na de passage aan het huisje, maar ik zag het niet meer zitten. Drie Mr T'ers moesten het echter maar 3 keer vragen, en - hup - 'kalf' Scheire sprong weer op zijn velo. Bijna 54 km extra met nog bijna 1300 hoogtemeters. Man, ik heb afgezien. De benen waren niet goed, maar gelukkig waren Olivier en Wim in topform, en zij namen het kopwerk voor hun rekening. Ondertussen zaten Jürgen en ik beurtelings te sterven in het wiel en toch nog te zeveren. Als ge aan het lachen zijt, kunt ge meer pijn verdragen, da's wel zeker. Op één van de laatste hellingen dacht ik een beter moment te hebben, en ... viel compleet stil na 3 kwart helling. Ik was blij dat ik weer mocht aanhaken. 173,17 km in de Ardennen. Schonen eersten dag.

De tweede dag: We voorzagen een kortere rit in de voormiddag, want in de namiddag zou een groot onweer losbarsten. Begrijpe wie begrijpe kan, maar ik had die dag wel heel goeie benen. 71 km, 1200 hoogtemeters. Een geweldig mooie rit met nog meer leute en plezier. Mijn opgave in Alpe d'Huez van vorig jaar was al bron geweest van menige kwinkslag op dag 1, maar toen Jürgen een valpartij deed ... bergop .... waren de kwinkslagen zo mogelijk nog talrijker. (Opgelet een helling!) Dat geplaag heen en weer - geweldig leutig.
Op het laatste stuk relatief vlak van een kilometer of tien, besloot ik nog eens door te trekken. Yves kwam erover, ik checkte of we niet op grondgebied Beernem waren (In zijn hometown mag Yves niet belachelijk gemaakt worden, overal elders wel. 😜 Joepie, we waren elders!) Ik trok het gashendel open, dacht dat er een langgerekt lint achter mij zat, maar blijkbaar hadden enkel Moutassem en Jürgen kunnen volgen, en met Jürgen als 'dead weight' (héhé) draaiden Moutassem en ik in enen trok aan 45 - 50 km/u naar Erezée, waar het nog 1,5 km klimmen was. Aouch! 😝
Soit, pure fun!
's Namiddags zaten we te wachten wachten wachten .... op een onweer dat nooit kwam en lasten we nog een korte zwemtraining in

De derde dag, maandag, besloot ik als één van de enigen om niet te fietsen en om een heuvellooptraining in te lassen. Dat was dan weer mijn berekende kant: dergelijk parcours om eens een krachttraining in het lopen te doen, zou ik niet rap meer vinden de volgende maanden.... en ik begon aan een loopintensieve week .... dat was efkes wikken en wegen. 
Maar ik zit nu al in de volgende week, terwijl jullie mijn trainingsoverzicht van week 30 nog niet gezien hebben.



Opvallend:
- 51,5 loopkilometers in de eerste 4 dagen.
- 4 zwemtrainingen, waar wel 2 korte in zaten
- 100 fietskilometers minder dan voorzien in deze fietsweek, maar dat is gecompenseerd door de intensiteit van de Ardennenritten.
- 18 trainingsuren! Het is echt zwaar aan het worden.
- een lange duurloop van 25 km aan tempo 4:30.
- slechts 1 keer core stability wegens tijdsgebrek (zoals elk jaar wordt het echt moeilijk om dit vol te houden in zo'n zware trainingsweken)

Nog 2 maanden tot Challenge Roth: spannend, vermoeiend, lastig....maar vooral ook vree plezierig. Train with a smile!

PS Hey Yves, je staat in mijn blog vermeld. Proficiat, man! 😛