maandag 15 juni 2015

La Roche 111: het antwoord!


 
Na het EK duatlon en de straffe 6e plaats bij de categorie 45-49, klonk het vanuit menige hoek opnieuw dat ik al lang aan duatlon had moeten doen in plaats van triatlon. En inderdaad met mijn middelmatige zwemmen ben ik altijd serieus op achtervolgen aangewezen in triatlons. Ik kon de opmerking wel volgen en dat ik in het duatlonnen vooraan in de wedstrijden meestreed (subtop laat ons zeggen) voelde wel lekker aan natuurlijk. Maar in mijn binnenste bleef dat eeuwige vuur branden voor die mooie triatlonsport, en één van de mooiste levenslessen die triatlon mij al opgeleverd heeft: “zet niet enkel in op dat waar je goed in bent, investeer ook in je zwakke punten.” Een overstap naar duatlon zou op die manier zelfs een beetje als verraad aangevoeld hebben. Maar ze hadden wel een punt natuurlijk, diegenen die me naar het duatlon wilden zien gaan.

Op het BK duatlon in Luxemburg zette ik een ronduit ontgoochelende prestatie neer. En ik kon niets anders dan vaststellen dat ik het helemaal aan mezelf te wijten had. Te weinig specifiek getraind voor Luxemburg, te veel feestjes, te veel “lukt me wel”, te weinig hard gewerkt. Hoogmoed komt voor de val, en ik had dus iets recht te zetten.

Wel, ik heb gisteren op één dag in La Roche 111, een loodzware triatlon, de puntjes op de i gezet, en op beide bovenstaande feiten een stevig antwoord geformuleerd. 45e overall en 9e bij de Heren 40-49j! NEGENDE! Dat betekent dus dat ik hier in de subtop terechtkom. In de top 10 duiken in deze categorie was echt niet iets waar ik op voorhand ook maar van durfde dromen, maar gisteren werd het plots realiteit. Dit is echt een uitslag waar ik nog efkes van kan nagenieten.
En het is deze keer niet door mijn lopen dat ik het heb geforceerd, nee ik heb mijn duivels ontbonden op de fiets.

Voorbereiding

Even de klok terugdraaien en niet starten bij het zwemmen, maar bij de voorbereiding. Na het debacle in Luxemburg heb ik drie weken mezelf de naad uit het lijf getraind voor deze wedstrijd. Niet door plots te trainen alsof ik naar een Ironman ging, maar door echt wedstrijdspecifiek te trainen, in het zwemmen met open water trainingen, en met snelheidsblokjes in het zwembad. In het fietsen met klimtraining, maar ook met krachtblokjes, in het lopen met heuvelsprints, met intervals en met langere duurlopen waarin stevige intensieve blokken verwerkt zaten. Ja zelfs in mijn core stability ging ik zwaar te keer met serieuze krachtoefeningen (vooral voor de beenspieren). Na die drie weken lag mijn lijf zowat in de lappenmand. Op dinsdag nam kinesist/osteopaat Davy mijn lijf onder handen, en er was duidelijk werk aan. Ik heb in de rustweek voor La Roche me nooit echt goed gevoeld, mijn lijf piepte en kraakte langs alle kanten, zelfs een recuperatieloopje van 8 km ging moeizaam. Ik was duidelijk diep gegaan, de vraag was: “te diep?”. Zelfs de dag voor de wedstrijd voelde het nog steeds niet goed aan. Hier en daar nog spierpijn en geen superfris gevoel. Ik bleef er rustig bij en was er van overtuigd dat ik op zondag raceday wél scherp zou staan.

De wedstrijd

In de barrage van Nisramont stond ons 1 km zwemmen te wachten. Een rare start op een smalle pier en terwijl iedereen na het startschot probeerde naar de voorkant van de pier te gaan om te kunnen starten, sprong ik er langs de zijkant af - wat meer meters zwemmen leverde dat op, maar ik was wel weg uit het gedrum. Ik zwom rechts van de groep en als ik na 100 à 200m goed in tempo zat, zwenkte ik wat naar links om aan te sluiten bij de groep. Alle heren onder de 40 jaar waren 10 minuten voor ons al van start gegaan, en dus was het geharrewar wel vrij goed te doen. Vooral in de laatste 500m had ik een goed gevoel tijdens het zwemmen, maar ik had wel iets raar: een zeer week gevoel in de maag, wat ongemakkelijk eigenlijk.
Soit, niet te veel bij blijven stilstaan, en uit het water gekomen na 18m33s, in het Engels noemen ze dat ‘a solid swim’, vrij vertaald: “ge zijt geen goede zwemmer, maar dit valt nog redelijk mee.”.

SWIM 1 km; 18m33s

Valt inderdaad redelijk mee, en na de wissel werd het alleen maar beter. Er stonden ons 1800 hoogtemeters te wachten op een kleine 100 km, da’s echt straffe toebak. En het motto “what comes up , must come down” ging deze keer niet op. De eerste helling van 4 km was er immers 1 die we niet meer zouden afdalen. Pas na 10 km begonnen we immers aan drie ronden. Die ronden zouden ons 3 keer over Col de Haussire brengen (de zwaarste helling in België (3,9 km met stijgingspercentages (zeker de laatste 1,3 km) tot 18-19%). En ook 3 keer over Cote de Samrée een lange trage van pakweg 4 km . Tussendoor zaten er echter nog een paar molshopen in het parcours die niet van de poes waren, en nog wat stukken vals plat.
Hoe deel je zoiets in? Niet evident. Ik wist het ook niet zo goed, maar het gevoel in de benen was super, dus ik ben dan maar voor het volgende gegaan:
-       Cote de Fily, eerste 4 km redelijk straf naar boven, alles in de beugels van mijn tijdritfiets. Ik haalde op die eerste klim onmiddellijk minstens 20 atleten in.
-       Alle molshopen en valse platten: op ’t groot mes en bij vals plat zoveel mogelijk in de beugels blijven liggen. Ik had gekozen voor mijn tijdritfiets op dit parcours, en wou daar dan ook volledig gebruik van maken.
-       Cote de Haussire: een klein beetje reserve gelaten in de eerste 2 beklimmingen (maar niet echt veel hoor - ik bleef telkens atleten inhalen en ter plaatse laten) en de laatste keer enorm afgezien naar boven
-       Cote de Samrée: op ’t groot mes en in de beugels naar boven (4 km lang) - 3 keer
-       alle platte stukken en afdalingen: plein gaz!! (max snelheid 71,2 km/u)

Kortom: ik heb mijn duivels ontbonden op dat fietsparcours. Verschroeiend agressief gereden. De benen voelden super aan, de maag was een ramp. Dus ja, dan focus je maar op de benen hé. : )
Ik ben dan ook continu andere atleten beginnen inhalen, uiteindelijk zou ik 70 plaatsen opschuiven tijden het fietsen. Een heel tof gevoel was toen ik vanaf einde ronde 1 / begin ronde 2 veel jonge atleten begon in te halen, die 10 minuten voor mij gestart waren. Ik vloog echt op mijn fiets.

BIKE 3u09m2s; 94,75 km; 30,1 km/u

Amai dat was genieten zeg. Al voelde ik in de laatste ronde natuurlijk wel hier en daar dat ik redelijk diep aan ’t gaan was. Niet diep genoeg ging dan weer de pakweg 250 ml sportdrank die ik na 90 km nog in mijn kas probeerde te gieten, ze kwam er onmiddellijk weer uit vergezeld van een aardige portie maagzuur (sorry voor de messy details, maar triatlon is niet alleen power & glory).
Dat zou natuurlijk wel een serieus probleem vormen voor het lopen. Ik zat al gans de voormiddag te wurmen om mijn gels en sportdranken binnen te houden, maar als het lichaam echt geen eten meer kan verdragen, loopt de tank na zo’n inspanning wel snel leeg. Dat zou wel eens voor serieuze problemen kunnen zorgen tijdens het lopen.


Het loopparcours was er ook eentje om in te kaderen, eerst 200m rond een voetbalplein en dan tussen de bomen een padje naar omhoog, waarop je enkel nog kan doen ALSOF je aan het lopen bent, kortom je simuleert de loopbeweging en komt geen kneit vooruit. Als ze me morgen zeggen dat het stijgingspercentage daar 70% was, dan geloof ik dat onmiddellijk. Niet te harden gewoon, alles in verkramping. De rest van parcours ging glooiend op en af, behalve nog een klim in een bos tussen boomwortels (net iets minder steil dan die eerste, maar niet echt een tempo-makertje). En dat dus 3 keer. Soit, een goeie 10 km met 268 hoogtemeters, tsjakka!
Het tekort aan gas in de tank begon inderdaad serieus door te wegen. Ik kon nog min of meer een soort cruise control tempo ontwikkelen, maar een versnelling plaatsen, net dat tikkeltje meer dat je nodig hebt om nog plaatsen te winnen, dat ging echt niet meer. Maar al bij al hield ik goed stand. Ik verloor in mijn categorie nog 2 plaatsen aan mensen met een betere maag : )

RUN 0:46:24; 10,15; 13,1 km/u

Maar wat een goed gevoel had ik na deze wedstrijd. Mijn vader en nonkel, die heel de wedstrijd meebeleefden, kregen een high five met snee op, dit was echt een topwedstrijd geweest, was het gevoel waarmee ik hier over de meet kwam.
Maar net voorbij de finish-lijn ging plots het licht efkes uit, ik moest me toch efkes zetten, mijn lichaam begon ongecontroleerd te shaken, en de volle zon gaf efkes geen warmte meer, leek wel.  Ik had even nodig om te bekomen. Heel diep gegaan, soit!

LA ROCHE 111 : 4u18m15s

Mijn eindtijd was top. Ik had de dag ervoor gezegd dat tussen de 4u30 en 4u45 te verwachten was. Het goede gevoel werd pure euforie toen ik een half uurtje later hoorde dat ik gewoon in de top 10 eindigde in mijn categorie. Met mijn 46 lentes ben ik nu niet bepaald een jongeling in de leeftijdscategorie 40-49. En zonder mijn maagproblemen was plaats 7 zeker mogelijk geweest. Thuisgekomen in Merelbeke, moest ik op een vraag van mijn zoon “of ik in mijn categorie één van de jongste was dan”, antwoorden: “Helemaal niet, om weer jong te worden , zal ik eerst 50 moeten worden.” HAHA!

Merci merci

Een heel grote merci aan mijn 2 topsupporters , mijn vader Marc en mijn nonkel Roland. Zij leven mee op een manier die je alleen maar kan bewonderen. Ze genieten van elk detail, peppen me op van langs de kant. Ongelooflijk!

Merci ook aan Davy, mijn kinesist die volgens mij vorige dinsdag wonderen heeft verricht. Na die drie weken zwaar trainen zaten onder andere mijn nek en mijn heup helemaal vast. Davy’s got golden hands!
En niet te vergeten: Bart van Fitality Merelbeke. Hij zorgde deze winter voor ongelooflijk pittige spinninglessen, die me echt op het puntje van mijn zadel brachten. Daar is de basis gelegd, waarop ik nu kon bouwen. En zijn woorden eind maart toen de spinningwinter gedaan was: “Christophe, jij moet nu trainen buiten je comfortzone.” waren een gouden raad.

En als ik terug ga naar de winter 2014-2015, dan kan ik al even goed eens echt terug gaan naar het echte begin, naar april 2001 toen een zekere Chris Verhecken naar zijn lichtjes obese tooghangende maat CS belde met de vraag “Zeg maat, morgen is er een 10 km loop in Melle. Geen goesting om mee te doen?” Ik verklaarde hem zot, maar Chris heeft wat je zou kunnen noemen een nogal sterke overtuigingskracht. Als ge spreekt over maten die het verschil maken, hij is er echt wel één. Veel aan jou gedacht gisteren, Chris!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten