maandag 22 januari 2018

Road to Roth week 16: better safe than sorry

De weergoden zijn wispelturig de laatste tijd. Lang geleden dat ik zoveel op kmi.be vertoefd heb. Je probeert in je schema met veel rekening te houden, onder andere de weersvoorspellingen. Zeker in deze periode is dat laatste niet onbelangrijk, zeker voor het fietsen. Zo had ik zaterdag een lange fietsrit gepland van 100 km. Dat zou ook direct de mooiste dag van het weekend worden.
Maar ze zijn wispelturig dus, die weergoden. Had ik die rit effectief gedaan, dat was ik als een verzopen kieken thuisgekomen. Maar dat heb ik dus niet gedaan: uren in de regen fietsen, dat is te gevaarlijk om ziek te worden op dit moment. Maar het is wel vervelend, dat ik deze week die lange rit gemist heb. Gelukkig had ik vorige week zondag een rit van 3 uurkes op de teller staan.

Maar laten we het niet aan ons hart laten komen: het was een goede trainingsweek alweer













Zoals jullie zien probeer ik veel op de fiets te zitten. Dat is volgens mij essentieel in een Ironman voorbereiding. De discipline die het meest bepalend is voor je finish-tijd is lopen, en daarom moet je veel fietsen. Logisch toch? 😲 Even uitleggen? In de afsluitende marathon vallen er slachtoffers met bosjes: mensen die volledig stilvallen, mensen die moeten stappen, strompelen, neerzitten, .... Eén klop van dat formaat in het lopen, kost je al snel een half uur extra tijd. Het is dus zaak om in het lopen de dipjes snel te overleven, om altijd te kunnen blijven lopen (ook tijdens de dipjes), en om na elk dipje opnieuw een respectabel looptempo te kunnen ontwikkelen.

Tussendoor: grappig dat ik ze dipjes noem, want het zijn meestal heel zware donkere momenten waarin alles aan je lijf pijn doet, en 'stop' roept. En waar het zaak is om je 'mind' op 'no way dat we stoppen' te zetten, én ervoor te zorgen dat je 'mind' de baas blijft.

Soit, ik wijk af. Het lopen is het belangrijkste, probeerde ik dus net duidelijk te maken. Waarom dan zoveel fietsen? Omdat één van dé clous voor een goed persoonlijke finishtijd is, om pakweg 35 km/u te fietsen gedurende 180 km. Maar, als je dan aan het lopen start, moet je toch nog het gevoel hebben nog vrij frisse benen te hebben. Die benen heb je immers nodig om nog bovengenoemde loopperformance te kunnen waarmaken.
Kortom, en nu zijn we er: wil je goed lopen, dan moet je na 180 km fietsen een fris gevoel hebben.

Er is dan ook geen ontkomen aan: wie traint voor een Ironman moet dus maanden aan een stuk veel op de fiets zitten. Vier keer per week, soms vijf keer per week. En daar zijn we dus mee bezig.

Ondertussen moet natuurlijk ook de loopconditie picco bello zijn. Daar ben ik  op dit moment wel tevreden over: maandag liep ik 15 km met daarin 3 keer een kilometer aan sneller tempo. Niet sprinten, maar op tempo: ik had zowat 4:15 - 4:25 ingeschat als tempo's. Dat lukte nog niet goed, ik liep ze alle 3 te snel (4:08; 4:05; 4:14). Maar, de hartslagen bleven mooi onder controle in de INT zone (en zo voelde dat ook aan). Zondagochtend voorzag ik een nuchtere loop met een paar interval-sprintjes, maar het lag op mijn loopparcours spekglad. Kracht zetten om een interval te placeren was te gevaarlijk. Ik had op normaal tempo al een paar keer bijna een plets gezet in het bochtenwerk. Het werd dus een eenvoudige duurloop.

In het weekend dus 2 keer veilige beslissingen moeten nemen:
  • geen lange rit buiten in de regen, maar een rit binnen op de rollen
  • geen intervals op de ijslaag, maar een gelijkmatige duurloop

Ook dat hoort er bij, zeker?
Die lange rit en die intervals die gaan we de volgende week zeker inbouwen in het schema. Al lijken de weergoden me weer uit te dagen om me van mijn meest flexibele kant te tonen. Komt wel goed.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten