zondag 25 maart 2018

Road to Roth week 25: destabilisatie

Op maandag zit de atleet bij de sportarts;
Op donderdag steekt hij zijn fiets bij de fietsmechanieker binnen;
Op diezelfde donderdag wordt hij gemarteld bij zijn kinesist (wat was dat, maat?);
Op vrijdag drinkt hij iets te veel Rodenbachs om de frustratie weg te moffelen;
Op zondag stapelen de donkere wolken zich verder op in zijn hoofd...

maar 30 kilometer voor Sagan naar winst in Gent-Wevelgem sprint, duwt ondergetekende de TV uit, springt uit zijn zetel en toch nog op zo'n fiets om een goed uur later met vernieuwde moed thuis te komen.

Zo zou je ongeveer mijn week kunnen samenvatten. Waarom staat die fietsmechanieker er tussen, kun je je afvragen. Even recapituleren. Op maandag onderzoekt de dokter mijn pijnlijke knie, en kan enkel vaststellen dat die nog perfect mobiel is, dat er geen vochtopstapeling is, .... dat er voorlopig niks te vinden is.
Op woensdag wil ik een training van 60 km rijden met 3 krachtblokken van 12 min. Maar na één blok van 12 en één van 8 minuten, moet ik terug naar huis rijden. Mijn linkerknie lijkt wel op ontploffen te staan. Ik vermoed dan dat ik de rest van de week waarschijnlijk niet meer op de fiets zal zitten, en steek mijn fiets dus binnen omdat er al een tijdje een krak zit in mijn trapas, en mijn kettingblad scheef lijkt te lopen. Op zaterdagochtend ga ik de fiets terug gaan afhalen: de mechanieker zegt dat het een zware job was - de trapas zat volledig vast en ze heb er met 2 man aan moeten kloppen en smijten om die er uit te krijgen. Soit, alles vanbinnen zat kapot (en dan bedoel ik in de trapas, niet in de knie gelukkig). Zondag beslis ik om niet te fietsen en verder rust in te bouwen voor mijn knie, maar zit dan toch gans de dag te piekeren. En dan kom ik terug op wat mijn kinesist-beul op donderdag achteloos zei: "misschien heeft wel iets te maken met schoenplaatjes die verschoven zijn of met die scheve trapas, waardoor je knie lichtjes anders belast wordt".

En ik beslis dus om toch nog een testrit te doen met de herstelde fiets. En inderdaad, ik kan niet zeggen dat de knie volledig pijnloos was, maar het was alleszins een eeuwigheid verschil met de rit van woensdag. En zo krijg ik mijn hoofd dus op zondagavond toch weer min of meer op helder weer geschakeld.

Door al die extra beslommeringen en beperkingen heb ik natuurlijk niet echt een top-trainingsweek achter de rug.











Lang geleden dat ik zo belachelijk weinig gefietst heb in een week, en ik heb uit voorzorg ook mijn lange duurloop (voorzien als 20 km) moeten schrappen.

Ondanks deze schamele trainingsweek, ga ik toch mijn oorspronkelijk plan volgen, en de volgende 5 dagen recuperatie inbouwen.
Ik heb al een paar weken het gevoel echt goed in vorm te zijn. Ik wil deze niet te grabbel gooien door geen aandacht te hebben voor mijn lichte blessures. Nu het lichaam relatieve rust gunnen, kan geen kwaad, en zorgt er waarschijnlijk voor dat ik vanaf volgende zaterdag opnieuw het (trainings)beest kan uithangen. 

En voor de rest hou ik me vast aan één van mijn favoriete triatlon-uitspraken, die ik ooit uit een interview met Chris Mc Cormack plukte: "If you find a path with no obstacles, it probably leads nowhere."

So get yourself together, Christophe!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten