dinsdag 4 augustus 2015

Een dagje Berlare


8u20 

Thuis in Merelbeke kruip op mijn fiets om naar Berlare te rijden voor een dagje racen. Vrouw en kinderen liggen nog te slapen, zij komen straks met de auto naar Berlare om te supporteren. Ik neem de fiets, kwestie van me op te warmen. 's Avonds zal ik ook met de fiets terugkeren, als cooling down maar ook om eens alles op een rijtje te zetten.

10u28

Reikhalzend sta ik in de wisselzone uit te kijken naar de fietser van mijn team, Ignace. De loper van de leiders is al een tijdje aan de afsluitende 3,5 km vertrokken. In het achtervolgende peloton van 4 man zag ik de fietser van onze rechtstreekse rivalen. En daar stormt het 2e peloton richting wisselzone. "Oh shit, Ignace zit er niet bij, hij zal toch niet platgereden zijn". Eén voor één zien Kaat en ik de lopers vertrekken. De seconden lijken wel razendsnel weg te tikken. Kaat, 15 jaar zwom een schitterende 4:09 op de 250 meter, Ignace kon daardoor als 17e de fiets op voor 15 km puur geweld. Een goeie minuut na het 2e peloton verschijnt hij plots helemaal alleen. Het peloton had hij op een bepaald moment echt moeten lossen. Sterk dat hij op zijn eentje slechts 1 minuut moet prijsgeven. Kaat wisselt de timing chip van het been van Ignace naar dat van mij, en ik begin ongeveer in 20e positie aan een quasi onmogelijke inhaalrace. Maar de volgende 12 minuten zijn zowat de meest perfecte loopminuten die ik ooit al gehad heb. Ik vertrek razendsnel, voel onmiddellijk kracht en souplesse in de benen, vraag me af hoe lang ik dit zal kunnen volhouden, maar zal 3,5 km later moeten vaststellen dat er geen moment van verzwakking in zat. Een onmogelijke inhaalrace wordt op die manier een waar genot. Eén voor één gaan de tegenstanders voor de bijl, en ook de concurrenten van 'De Veurlesten' moeten er aan geloven. Alles zit gewoon goed, ik blijf ook gans de langgerekte sprint mooi rechtop lopen, en dat voel je echt. Als ik naar de finish loop, voel ik me zalig, je voelt dat gewoon als je kracht uitstraalt. Ook de speaker geeft aan 'Kijk eens aan, wat een mooie finish'. High fives met de teamgenoten, even rondkijken en rondvragen en jawel : voor het 2e jaar op rij winnen we de trio triatlon in de categorie 'gemengde teams'. En we moeten slechts 4 herenteams voor ons dulden. 5e plaats overall dus. Sterk teampje.
Die 3,5 km legde ik af in 12m13s, da's aan 17,3 km/u. What the fuck! IK ben door het dolle heen, apetrots. Uitiendelijk zal blijken dat ik tussen al dat jong geweld de 3e looptijd gerealiseerd heb.

Het podium op met het team - heerlijk moment -


- maar 't is ondertussen

12u 

En ik begin me af te vragen wat het effect van deze explosie zal zijn op mijn benen in de kwarttriatlon.

14u30

Ik kom uit het water voor wat normaal gezien een zweminspanning van 1500m had moeten zijn, maar de organisatie vond het blijkbaar een goed idee om dat nog wat langer te maken. Ik klokte af op 1630m in 30 minuten. Maar de vraag of ik effect zou hebben van sprint in de voormiddag, wordt in de wisselzone onmiddellijk beantwoord: bij het uittrekken van mijn wetsuit schieten de krampen in mijn hamstrings tot achter mijn oren. Oh my god. Maar soit, de fiets op en vlammen is de boodschap. Want er zijn natuurlijk al veel vogels gaan vliegen als je na 30 minuten uit het water komt, welgeteld 130 blijkt later.
Over dat zwemmen nog dit, ik voelde me nooit echt super in het water, onder andere omdat ik 4 keer ben moeten stoppen om een lekkend zwembrilletje terug goed te zetten, maar ik blijk achteraf een gemiddelde van 1:50 / 100m gezwommen te hebben. Dat is op zich niet slecht voor mij eigenlijk.

Op de fiets ga ik onmiddellijk zwaar aan de bak. Geen tijd voor getreuzel, het is het beproefde recept hier in Berlare. Een gat dichtrijden op een peloton, daar aankomen en dan vrij snel merken dat het te traag gaat, er aan sleuren vooraan, er wat volk afrijden en zo het gat weer dichtrijden op het volgende peloton. Vier keer lukt me dat, ook omdat ik compagnie had van een kerel die een enorm stukske kan fietsen, en die samen met mij zowat voor 90% verantwoordelijk is voor de dichtgereden gaten (op een bepaald moment rij ik aan 48 km/u omdat niemand het ziet zitten om de laatste 50 meter dicht te rijden. In de laatste van 3 rondes komen we zo terecht in een peloton van een 30-tal man, en daar is mijn bobijntje toch wel efkes af. Ik nestel me achteraan en hou de benen wat rustiger om wat te recupereren voor het loopgedeelte.
Ondanks mijn drieste rijstijl, voel ik me toch minder dan anders op dit parcours, vooral het zware optrekken na de bochten gaat niet als anders, en dat vooral omdat ik regelmatig voel dat de krampen zeer dichtbij zijn. Ik moet soms echt inhouden om niet weg te trekken van de pijn. Met een gemiddelde van 37,7 km/u rij ik eigenlijk trager dan in mijn sterkste kwarttriatlons zonder drafting.

Aangekomen in de wisselzone volgt de meest hilarische en amateuristische wissel ooit, denk ik. Nieuwe supporter Jo roept me nog na 'mijn kousen zeker proper aan te trekken', waardoor ik al half in een lach schiet, maar blijk ik al lopend toch wel mijn helm nog op te hebben zeker. Een scheidsrechter zegt mij mijn helm af te zetten, ik probeer nog enigzins grappig te doen door te zeggen 'dat het voor de veiligheid is' en gooi de helm dan toch maar op mijn wetsuit, maar de man stond niet vooraan in de rij toen het gevoel voor humor werd uitgedeeld, en snauwt me toe om dat 'op een fatsoenlijke manier te doen'. Waarop ik dus terug naar mijn plaats loop en mijn helm nog eens omdraai en terug leg. Interessante move. Soit, we kunnen maar denken dat het bijgedragen heeft aan de amusementswaarde voor het publiek.

Terug ernstig nu. De start van het lopen is voor mij altijd het leukste moment, dan voel ik me altijd op mijn sterkst. De eerste kilometer is inderdaad ook nu niet slecht, klokvast aan 15 km/u (4:00), maar ik voel eigenlijk al vanaf de eerste honderd meter dat het niet snor zit, ik vind mijn vloeiende loopstijl van 's morgens niet, en ik hoor gewoon aan het geluid van mijn schoenen op de grond (plets plets!) dat het niet goed zit. Na een kleine 2 kilometer komt de aap volledig uit de mouw: opkomende krampen in de bovenbenen. De meesten zouden stoppen op zo'n moment, ik weiger. Ik weet dat het dan heel  moeilijk wordt om je weer op gang te trekken. De volgende 9 km zal ik dan ook gans de tijd bezig zijn met te zoeken naar een looptempo waardoor de krampen net niet doorbreken.
In een kwarttriatlon wil ik normaal gezien toch wel 14,5 km/u kunnen lopen, dat is hier uit den boze. Na 11 ellenlange en pijnlijke kilometers kom ik moegestreden en met veel pijn over de finish




en vertel aan iedereen dat mijn loopgedeelte een ramp was. Nu blijkt achteraf dat ik toch nog 13,7 km/u gelopen heb. Eigenlijk is dat niet zo slecht als je vecht tegen de krampen en 's morgens al eens een sprint van 3,5 km getrokken hebt. Maar nee, dit was mijn wedstrijdje niet.

18u15

Na veel babbeltjes, een paar cola's en twee pintjes met de vele supporters (zalig om zo veel volk langs de kant te hebben dat je steunt!! merci!!), kruip ik enigzins minder vlot dan 's morgens mijn fiets terug op voor een ritje naar huis. Tijd om alles efkes op een rij te zetten.

- Een sprint trekken 's morgens en daarna nog een sterke kwarttriatlon doen 's namiddags, da's misschien eerder iets voor jonge gasten, Christophe (maar 't was wel FUN!)
- "Een sterke kwarttriatlon, Christophe? Was Berlare niet bedoeld als zware training?" "Oh ja, inderdaad. En da's wel gelukt!" "En is Berlare niet een wedstrijd die door de lange zwemafstand en het draften je sowieso niet ligt?" "Ja, da's waar." Maar, als puntje bij paaltje komt, wil je altijd zo goed mogelijk presteren natuurlijk.

Uiteindelijk was er toch nog iets waar ik even over moest nadenken. Tijdens de wedstrijd had ik even een gedachte gehad om mijn deelname aan Deinze te schrappen. Ik had het gevoel dat ik mijn lichaam aan het overstretchen was met zo'n seizoen van 12 maanden. Ik zag geen uitweg meer om in Deinze nog te kunnen pieken. Het overwegen van die gedachte, daar was de rit Berlare-Merelbeke wat te kort voor. Maar ondertussen zijn we drie dagen verder, en heb ik al lang besloten om me toch voor te bereiden op Deinze. Maar om niet blindelings het uitgestippelde trainingsschema te volgen. Ik moet proberen het evenwicht te vinden tussen scherp trainen en voldoende rust inbouwen. Ik zal dus minder en minder hard moeten trainen dan ik van plan was, maar toch net die trainingen moeten proberen doen die mij in Deinze nog een stukje sterker kunnen maken. De basisconditie is goed, de snelheid (zeker in het lopen) zit goed, de kracht zit goed, maar... de rekker kan niet eindeloos uitgerekt worden. Recuperatie is de volgende 3 weken minstens zo belangrijk als trainen.

Samengevat

- schitterende trio triatlon
- matige kwart triatlon (2u33m voor 1600m swim; 45 km bike en 10,9 km run - 68e plaats)

Voor de eerste keer dit seizoen val ik uit de top 10 bij de Masters A (17e plek). Maar ... we gaan naar Deinze naar het BK triatlon halve afstand, en we gaan toch proberen om daar terug in de top 10 terecht te komen. Top 10 op een BK, zou een mooi afsluiter van het seizoen zijn, toch?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten